direct naar inhoud van Artikel 21 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bedrijventerrein 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0001-0006

Artikel 21 Algemene aanduidingsregels

21.1 geluidzone - industrie
21.1.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte voor industrie.

21.1.2 Bouwregels

Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal geluidgevoelige functies.

21.1.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken op het bouwperceel ten behoeve van een doelmatige akoestische afscherming ten behoeve van de bescherming van de beschikbare geluidsruimte.

21.1.4 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van de gronden mag niet in die zin worden gewijzigd, dat de aangegeven geluidzone wordt vergroot.

21.1.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduidingwijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.

21.2 industrieterrein wgh
21.2.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'industrieterrein wgh' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor een industrieterrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder, met dien verstande dat de geluidsruimte niet meer mag bedragen dan 50 dB per m2, tenzij anders is aangegeven op Bijlage 7 Geluidverkavelingskaart .

21.2.2 Bouwregels

Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal geluidgevoelige functies.

21.2.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken op het bouwperceel ten behoeve van een doelmatige akoestische afscherming ten behoeve van de bescherming van de beschikbare geluidsruimte.

21.2.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het gebruik van de gronden mag niet in die zin worden gewijzigd, dat de aangegeven geluidszone wordt vergroot.
  • b. Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden dat een grotere geluidsruimte tot gevolg heeft dan overeenkomend met 50 dB per m2, dan wel de geluidsruimte zoals aangegeven op Bijlage 7 Geluidverkavelingskaart.
  • c. Het bepaalde in onder b is niet van toepassing indien de verhouding tuussen de minimaal aan te houden afstand voor geluid op basis van Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten voldoet aan de waarden in onderstaande tabel:

minimaal aan te houden afstand voor geluid   oppervlakte bouwperceel  
10 meter   > 70 m2  
30 meter   > 700 m2  
50 meter   >1.750 m2  
21.2.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 21.2.4 onder b ten behoeve van het toestaan van een grotere geluidsruimte op een kavel, met dien verstande dat:

  • a. de bedrijfseconomische noodzaak voor vergroting dient te zijn aangetoond;
  • b. de geluidzone, dan wel de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van bestaande en geprojecteerde woningen niet wordt overschreden.
21.2.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning bouwwerken te slopen.

Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien een doelmatige akoestische afscherming ten behoeve van de beschikbare geluidruimte zal plaatsvinden.

21.2.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:

  • a. en de geluidsruimte per vierkante meter op een kavel vergroten en gelijktijdig de geluidsruimte op een andere kavel verkleinen, met dien verstande dat:
    • 1. de bedrijfseconomische noodzaak voor vergroting dient te zijn aangetoond;
    • 2. de geluidszone, dan wel de maximaal toelaatbare geluidsbelasting van bestaande en geprojecteerde woningen niet wordt overschreden.
  • b. en de aanduidingwijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
21.3 veiligheidszone - bevi
21.3.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding ' veiligheidszone - bevi ' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige Bevi-inrichting.

21.3.2 Bouwregels

Er mag geen toename plaatsvinden van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, tenzij ze behoren tot de Bevi-inrichting waaraan de veiligheidszone is gerelateerd. Tevens mag de functie van de kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten niet worden gewijzigd naar een functie voor beduidend grotere aantallen personen en/of kwetsbare groepen.

21.3.3 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van de gronden mag niet in die zin worden gewijzigd, dat de aangegeven veiligheidszone wordt vergroot.

21.3.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.

21.4 veiligheidszone - lpg
21.4.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone - lpg geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige lpg-installatie.

21.4.2 Bouwregels

Er mag geen toename plaatsvinden van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, tenzij ze behoren tot de lpg-inrichting waaraan de veiligheidszone is gerelateerd. Tevens mag de functie van de kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten niet worden gewijzigd naar een functie voor beduidend grotere aantallen personen en/of kwetsbare groepen.

21.4.3 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van de gronden mag niet in die zin worden gewijzigd, dat de aangegeven veiligheidszone wordt vergroot.

21.4.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.