Plan: | Bedrijventerrein 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0267.BP0001-0006 |
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte voor industrie.
Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal geluidgevoelige functies.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken op het bouwperceel ten behoeve van een doelmatige akoestische afscherming ten behoeve van de bescherming van de beschikbare geluidsruimte.
Het gebruik van de gronden mag niet in die zin worden gewijzigd, dat de aangegeven geluidzone wordt vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduidingwijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding 'industrieterrein wgh' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor een industrieterrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder, met dien verstande dat de geluidsruimte niet meer mag bedragen dan 50 dB per m2, tenzij anders is aangegeven op Bijlage 7 Geluidverkavelingskaart .
Er mag geen toename plaatsvinden van het aantal geluidgevoelige functies.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken op het bouwperceel ten behoeve van een doelmatige akoestische afscherming ten behoeve van de bescherming van de beschikbare geluidsruimte.
minimaal aan te houden afstand voor geluid | oppervlakte bouwperceel |
10 meter | > 70 m2 |
30 meter | > 700 m2 |
50 meter | >1.750 m2 |
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 21.2.4 onder b ten behoeve van het toestaan van een grotere geluidsruimte op een kavel, met dien verstande dat:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning bouwwerken te slopen.
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien een doelmatige akoestische afscherming ten behoeve van de beschikbare geluidruimte zal plaatsvinden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:
Ter plaatse van de aanduiding ' veiligheidszone - bevi ' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige Bevi-inrichting.
Er mag geen toename plaatsvinden van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, tenzij ze behoren tot de Bevi-inrichting waaraan de veiligheidszone is gerelateerd. Tevens mag de functie van de kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten niet worden gewijzigd naar een functie voor beduidend grotere aantallen personen en/of kwetsbare groepen.
Het gebruik van de gronden mag niet in die zin worden gewijzigd, dat de aangegeven veiligheidszone wordt vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone - lpg geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige lpg-installatie.
Er mag geen toename plaatsvinden van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, tenzij ze behoren tot de lpg-inrichting waaraan de veiligheidszone is gerelateerd. Tevens mag de functie van de kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten niet worden gewijzigd naar een functie voor beduidend grotere aantallen personen en/of kwetsbare groepen.
Het gebruik van de gronden mag niet in die zin worden gewijzigd, dat de aangegeven veiligheidszone wordt vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.