| Plan: | Hurwenen, herziening 2011 Wielewaallaan |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0263.BP1080-VG01 |
Molenbiotoop
Op 330 meter afstand van het plangebied bevindt zich de molen Vento Vivimus, gelegen aan de Molenstraat 22. Het betreft een ronde, stenen beltmolen uit het jaar 1875. Voor de kavel op de hoek van de Wielewaallaan en de H.W. van Heelstraat is berekend wat het effect van de molenbiotoop is op het initiatief (van het gehele plangebied ligt dit perceel het dichtst bij de molen).
In 1973 werd het begrip 'molenbiotoop' geïntroduceerd. De molenbiotoop heeft betrekking op de gehele omgeving van de molen, voorzover deze van invloed is op het functioneren van de molen als maalwerktuig en als monument.
Gebouwen en bomen kunnen de molenbiotoop aantasten. Bomen en boomgroepen veroorzaken een extra nadeel voor de windvang, omdat zij met hun bladerkroon de wind enige tijd vasthouden, waardoor er grotere turbulentie optreedt en de wind met grote kracht en met vlagen op de molen afkomt.
Begin jaren negentig werd de omgeving van elke molen op grond van technische criteria ten aanzien van de molenbiotoop beoordeeld door de Vereniging tot behoud van molens in Nederland 'De Hollandsche Molen'.
De molen Vento Vivimus valt binnen de molenbiotoop categorie 3, matig. Dit betekent het volgende: halverwege (180°) ingebouwd of ingegroeid: de molen kan nog werken, maar vanaf 100 meter bevinden zich obstakels met als gevolg dat de molen te kampen heeft met zeilslag en onregelmatig lopen.
In het rapport uit 1982 'De inrichting van de omgeving van molens' van 'De Hollandsche molen' zijn normen ontwikkeld om (in de ruimtelijke ordening) rekening te houden met molens. Met een formule is te berekenen hoe de obstakelhoogte zich verhoudt tot de afstand van de molen. Duidelijker gezegd: hoe hoog mag een bepaald obstakel zijn, op een bepaalde afstand van de molen, zonder te veel windbelemmering te veroorzaken.
De formule luidt als volgt:
| H(x) | maximale toelaatbare hoogte van een obstakel op afstand x (in meters) |
| x | afstand van een obstakel tot de molen (in meters) |
| n | een constante, afhankelijk van de ruwheid van de omgeving en de maximaal toelaatbare windreductie. Hiervoor worden de volgende waarden gebruikt: 140 voor open, 75 voor ruw en 50 voor gesloten gebied. |
| c | een constante, afhankelijk van de maximaal toelaatbare windreductie, gewoonlijk met de waarde 0,2 |
| z | askophoogte (helft van lengte gevlucht + eventueel de hoogte van de belt, berg of stelling) |
Wil men de afstand berekenen waarop een obstakel van een bepaalde hoogte geplaatst mag worden, dan is de volgende, herschreven formule praktischer:
Als de formule ingevuld wordt komt er het volgende uit:
Het object op een afstand van 330 meter mag, aldus de formule, 7.2 meter hoog zijn.
De afstand van het object, dat 7.7 meter hoog is, dient aldus de formule tenminste 369 meter van de molen af te liggen.
Uit bovenstaande berekening blijkt dat de toegelaten hoogte van bebouwing en beplanting, op de hoek van de Wielewaallaan en de H.W. van Heelstraat, tussen de 7.2 en 7.7. meter mag bedragen.
Doorwerking plangebied
De ontwikkeling die mogelijk gemaakt wordt ligt voor een deel binnen de molenbiotoop. Om deze biotoop niet te schaden is op de verbeelding de gebiedsaanduiding 'molenbiotoop' opgenomen. Aanvullend op de bouwregels van de onderliggende bestemming mag binnen deze gebiedsaanduiding niet hoger gebouwd mag worden dan is berekend door middel van de in deze paragraaf gepresenteerde formule. Hiermee wordt geborgd dat de nieuwe (flexibel te realiseren) bebouwing de molenbiotoop respecteert.
Overigens kan nog opgemerkt worden, dat er bestaande bebouwing binnen de molenbiotoop aanwezig is. In de directe nabijheid (rondom de molen) en binnen de kern Hurwenen staat bebouwing die reeds de molenbiotoop verstoort. Rondom de molen staat daarnaast hoogopgaande beplanting, die de windvang van de molen hindert.