direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschaps- en cultuurhistorische waarden
Plan: Hurwenen, herziening 2011 Wielewaallaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BP1080-VG01

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschaps- en cultuurhistorische waarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en cultuurhistorische waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch (bedrijfsmatig) grondgebruik;
  • b. behoud en herstel van de waardevolle landschapselementen, zoals bosjes, meidoornhagen, houtwallen en struwelen;
  • c. behoud en herstel van cultuurhistorische waarden;
  • d. bescherming van archeologische waarden;
  • e. behoud en ontwikkeling van ecologische waarden;
  • f. waterstaatkundige en waterhuishoudkundige doeleinden;
  • g. extensief recreatief medegebruik;
  • h. paden en landwegen;
  • i. bestaande perceelsontsluitingen;
  • j. verkeersvoorzieningen;
  • k. voorzieningen van openbaar nut,

een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

  • l.
3.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

Daarvoor geldt de volgende bepaling:

  • a. de hoogte mag niet meer bedragen dan 2 m.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.2teneinde sleufsilo's en mestopslag mogelijk te maken buiten het bouwperceel, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. het is redelijkerwijs niet mogelijk deze voorzieningen binnen het bouwperceel op te richten;
  • b. deze voorziening is noodzakelijk in het kader van de agrarische bedrijfsvoering;
  • c. de hoogte van sleufsilo's en mestopslagen mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • d. de bebouwde oppervlakte van de mestopslag mag niet meer bedragen dan 750 m2 per agrarisch bedrijf;
  • e. er vindt geen onevenredige aantasting van de landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurwaarden plaats.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en cultuurhistorische waarden' gelegen gronden en opstallen te gebruiken, te doen gebruiken of te laten gebruiken in strijd met de bestemming. Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen:

  • a. het gebruik van gronden als volkstuin;
  • b. het beoefenen van lawaaisporten;
  • c. het agrarisch gebruik van gronden waarop zich waardevolle landschapselementen bevinden;
  • d. het gebruik van gronden en opstallen voor de bewerking van grondstoffen ten behoeve het produceren van meststoffen;
  • e. het gebruik van gronden en opstallen voor het geplaatst houden van kampeermiddelen;
  • f. het gebruik van gronden voor paardenbakken;
  • g. het gebruik van de gronden ten behoeve van boomgaarden, fruitkwekerijen en dergelijke.

3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.5.1 Uitvoeren werken of werkzaamheden

Het is verboden op de gronden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het college (omgevingsvergunning) de navolgende werken of werkzaamheden uit te voer en en/of uit te laten voeren:

Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning  
Het aanbrengen van verhardingen   geen aantasting vindt plaats van de
waardevolle landschapselementen  
Het permanent omzetten van grasland naar bouwland   1. de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering;

2. het areaal weidevogelgebied mag niet structureel afnemen;

3. omploegen mag uitsluitend buiten het broedseizoen plaatsvinden  
Het aanbrengen van teeltondersteunende
voorzieningen  
1. de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf;

2. de teeltondersteunende voorzieningen zijn niet toegestaan binnen een afstand van 10 meter vanaf een waardevol landschapselement

3. rekening moet worden gehouden met de landschappelijke waarden;

4. de waterhuishouding niet onevenredig wordt aangetast;

5. enkel zijn toegestaan de volgende voorzieningen:
- teeltondersteunende voorzieningen met een hoogte van maximaal 1,50 meter, uitsluitend zolang de teelt het vereist met een maximum van 8 maanden, in de vorm van insectengaas, afdekfolies, lage tunnels;
- containervelden via omkeerbare voorzieningen aansluitend aan het bouwblok, tot een max. van 2 ha.;
- hagel-/kersennetten;
- wandelkappen, vanwege vruchtwisselingseis bij teelt in de grond, aansluitend aan het bouwblok tot een maximum van 1 ha.;

6. stellingenteelt via omkeerbare voorzieningen aansluitend aan het bouwblok tot een maximum van 1 ha.  
Het aanleggen van (aarden) wallen met een hoogte van meer dan 1 meter en het graven van vijvers en andere waterpartijen met een diepte van meer dan 1 m   1. er vindt geen onevenredige aantasting
van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden plaats;

2. de waterhuishouding wordt niet
onevenredig aangetast  
3.5.2 Uitzonderingen

Het onder 3.5.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan omgevingsvergunning is verleend;
  • b. die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. die betreffen het normale beheer en onderhoud;
  • d. die worden uitgevoerd op het agrarisch bouwperceel.