direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschaps- en cultuurhistorische waarden
Plan: Well en Wellseind
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BP1052-OH01

Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschaps- en cultuurhistorische waarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en cultuurhistorische waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch (bedrijfsmatig) grondgebruik;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' behoud, herstel en versterking van het kleinschalige landschappelijke karakter en aardkundige waarden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' behoud en herstel van de verkaveling van kromme akkers;
  • d. behoud en herstel van de waardevolle landschapselementen, zoals bosjes, meidoornhagen, houtwallen en struwelen;
  • e. behoud en herstel van cultuurhistorische waarden;
  • f. bescherming van archeologische waarden;
  • g. behoud en ontwikkeling van ecologische waarden;
  • h. waterstaatkundige doeleinden;
  • i. extensief recreatief medegebruik;
  • j. paden en landwegen;
  • k. bestaande perceelsontsluitingen;
  • l. verkeersvoorzieningen;
  • m. voorzieningen van openbaar nut,

een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in 4.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. als volkstuin;
  • b. voor het beoefenen van lawaaisporten;
  • c. voor agrarische doeleinden indien het betreft gronden waarop zich waardevolle landschapselementen bevinden, zoals bosjes, meidoornhagen, houtwallen en struwelen;
  • d. voor de bewerking van grondstoffen ten behoeve van het produceren van meststoffen;
  • e. voor het geplaatst houden van kampeermiddelen;
  • f. voor paardenbakken.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Uit te voeren werken en werkzaamheden

Het is verboden op of in de voor 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en cultuurhistorische waarden' aangewezen gronden in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het wijzigen van het profiel van de bodem en de dijken;
  • b. het graven van sleuven;
  • c. het aanbrengen van houtopstanden, behoudens voor zover het betreft vervanging van bestaande houtopstanden, boomgaarden en struikvormers
  • d. het aanplanten van laagstamfruitbomen, boomgaarden en struikvormers
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' het verwijderen van houtopstanden;
  • f. het aanbrengen van verhardingen, waaronder mede begrepen het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden;
  • g. het permanent omzetten van grasland naar bouwland;
  • h. het aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen;
  • i. het wijzigen van de verkaveling;
  • j. het aanleggen van (aarden) wallen met een hoogte van meer dan 1 meter en het graven van vijvers en andere waterpartijen met een diepte van meer dan 1 meter;
  • k. het (ver)graven, verruimen van sloten, watergangen, vijvers of vaarten;
4.4.2 Criteria omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:

Voor zover het betreft de werken/werkzaamheden genoemd in 4.4.1 onder c., d. en i. dient te worden voldaan aan het volgende criterium:

  • a. de verkaveling van kromakkers blijft zichtbaar en herkenbaar ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'.

Voor zover het betreft de werken/werkzaamheden genoemd in 4.4.1 onder e. dient te worden voldaan aan het volgende criterium:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de besloten karakteristiek van het landschap.

Voor zover het betreft de werken/werkzaamheden genoemd in 4.4.1 onder f. dient te worden voldaan aan het volgende criterium:

  • a. er vindt geen aantasting plaats van de waardevolle landschapselementen.

Voor zover het betreft de werken/werkzaamheden genoemd in 4.4.1 onder h. dient te worden voldaan aan de volgende criteria:

  • a. de teeltondersteunende voorzieningen zijn niet toegestaan binnen een afstand van 10 meter vanaf een waardevol landschapselement;
        • a. rekening moet worden gehouden met de landschappelijke waarden;
        • b. de waterhuishouding mag niet onevenredig worden aangetast;
        • c. enkel zijn toegestaan de volgende voorzieningen:
    • 1. teeltondersteunende voorzieningen met een hoogte van maximaal 1,50 meter, uitsluitend zolang de teelt het vereist met een maximum van 8 maanden, in de vorm van insectengaas, afdekfolies, lage tunnels;
    • 2. containervelden via omkeerbare voorzieningen aansluitend aan het bouwblok, tot een maximum van 2 hectare;
    • 3. hagel-/kersennetten;
    • 4. wandelkappen, vanwege vruchtwisselingseis bij teelt in de grond, aansluitend aan het bouwblok tot een maximum van 1 hectare.

Voor zover het betreft de werken/werkzaamheden genoemd in 4.4.1 onder j. dient te worden voldaan aan de volgende criteria:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden plaats;
  • b. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast.
4.4.3 Uitsluiting werken of werkzaamheden

Het onder 4.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan omgevingsvergunning is verleend;
  • b. die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. die betreffen het normale beheer en onderhoud.
4.4.4 Voorwaarden

De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in 4.1 genoemde waarden.