direct naar inhoud van Artikel 5 Agrarisch met waarden - Landschaps- en cultuurhistorische waarden
Plan: Ammerzoden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BP1051-VG01

Artikel 5 Agrarisch met waarden - Landschaps- en cultuurhistorische waarden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en cultuurhistorische waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch (bedrijfsmatig) grondgebruik;
  • b. behoud, herstel en versterking van het kleinschalige landschappelijke karakter en aardkundige waarden;
  • c. behoud en herstel van de waardevolle landschapselementen, zoals bosjes, meidoornhagen, houtwallen en struwelen;
  • d. behoud en herstel van cultuurhistorische waarden;
  • e. bescherming van archeologische waarden;
  • f. behoud en ontwikkeling van ecologische waarden;
  • g. waterstaatkundige doeleinden;
  • h. extensief recreatief medegebruik;
  • i. paden en landwegen;
  • j. bestaande perceelsontsluitingen;
  • k. verkeersvoorzieningen;
  • l. voorzieningen van openbaar nut,

een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in 5.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor en/of als:

  • a. als volkstuin;
  • b. voor het beoefenen van lawaaisporten;
  • c. voor agrarische doeleinden indien het betreft gronden waarop zich waardevolle landschapselementen bevinden, zoals bosjes, meidoornhagen, houtwallen en struwelen;
  • d. voor de bewerking van grondstoffen ten behoeve van het produceren van meststoffen;
  • e. voor het geplaatst houden van kampeermiddelen;
  • f. voor paardenbakken.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Uit te voeren werken en werkzaamheden

Het is verboden op of in de in de gronden binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en cultuurhistorische waarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren en/of uit te laten voeren:

  • a. het wijzigen van het profiel van de bodem en de dijken;
  • b. het graven van sleuven;
  • c. het aanplanten van laagstamfruitbomen, boomgaarden en struikvormers
  • d. het verwijderen van houtopstanden;
  • e. het aanbrengen van verhardingen, waaronder mede begrepen het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden;
  • f. het permanent omzetten van grasland naar bouwland;
  • g. het aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen;
  • h. het wijzigen van de verkaveling;
  • i. het aanleggen van (aarden) wallen met een hoogte van meer dan 1 meter en het graven van vijvers en andere waterpartijen met een diepte van meer dan 1 meter;
  • j. het (ver)graven, verruimen van sloten, watergangen, vijvers of vaarten;
  • k. het aanbrengen van houtopstanden;
  • l. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie,- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • m. het bebossen van gronden;
  • n. het ophogen en egaliseren van gronden;
  • o. het bodemverlagen of afgraven van gronden;
  • p. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,30 meter, waartoe ook gerekend worden woelen en draineren;
  • q. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem.
5.4.2 Criteria omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:

voor zover het betreft de werken/werkzaamheden genoemd in 5.4.1 onder e. dient te worden voldaan aan de volgende criteria:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de besloten karakteristiek van het landschap;
  • b. de bodemopbouw mag niet worden verstoord;

voor zover het betreft de werken/werkzaamheden genoemd in 5.4.1 onder f. dient te worden voldaan aan het volgende criterium:

  • a. er vindt geen aantasting plaats van de waardevolle landschapselementen.

Voor zover het betreft de werken/werkzaamheden genoemd in 5.4.1 onder g. dient te worden voldaan aan de volgende criteria:

  • a. de teeltondersteunende voorzieningen zijn niet toegestaan binnen een afstand van 10 meter vanaf een waardevol landschapselement;
          • a. rekening moet worden gehouden met de landschappelijke waarden;
          • b. de waterhuishouding mag niet onevenredig worden aangetast;
          • c. enkel zijn toegestaan de volgende voorzieningen:
    • 1. teeltondersteunende voorzieningen met een hoogte van maximaal 1,50 meter, uitsluitend zolang de teelt het vereist met een maximum van 8 maanden, in de vorm van insectengaas, afdekfolies, lage tunnels;
    • 2. containervelden via omkeerbare voorzieningen aansluitend aan het bouwblok, tot een maximum van 2 hectare;
    • 3. hagel-/kersennetten;
    • 4. wandelkappen, vanwege vruchtwisselingseis bij teelt in de grond, aansluitend aan het bouwblok tot een maximum van 1 hectare.

Voor zover het betreft de werken/werkzaamheden genoemd in 5.4.1 onder j. dient te worden voldaan aan de volgende criteria:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden plaats;
            • a. de waterhuishouding wordt niet onevenredig aangetast.

Voor zover het betreft de werken/werkzaamheden genoemd in 5.4.1 onder k. tot en met q. dient te worden voldaan aan het volgende criterium:

  • a. de bodemopbouw mag niet worden verstoord.
5.4.3 Uitsluiting werken of werkzaamheden

Het onder 5.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan omgevingsvergunning is verleend;
  • b. die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. die betreffen het normale beheer en onderhoud.