22.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning (voorheen: ontheffing) verlenen voor afwijking van het bepaalde in 22.2.1 ten behoeve van:
-
a. de volgende riviergebonden activiteiten:
-
1. de aanleg of wijziging van waterstaatkundige (kunst)werken;
-
2. de realisatie van voorzieningen voor een betere en veiligere afwikkeling van de beroeps- en recreatievaart;
-
3. de realisatie van natuur;
-
4. de realisatie van voorzieningen die onlosmakelijk met de waterrecreatie zijn verbonden;
-
5. de winning van oppervlaktedelfstoffen;
-
b. de volgende niet-riviergebonden activiteiten:
-
1. een activiteit met een groot openbaar belang die redelijkerwijs niet buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd;
-
2. een activiteit met een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang voor bestaande grondgebonden agrarische bedrijven die redelijkerwijs niet buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd;
-
3. een activiteit die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie,
mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
-
i. de situering en uitvoering van bouwwerken dient zodanig te zijn dat het veilig functioneren van waterstaatswerken is gewaarborgd;
-
ii. de situering en uitvoering van bouwwerken dient zodanig te zijn dat er geen sprake is van een feitelijke belemmering van toekomstige vergroting van de afvoer- of bergingscapaciteit;
-
iii. de situering en uitvoering van bouwwerken dient zodanig te zijn dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
-
iv. de resterende, blijvende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen moeten duurzaam worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen gezekerd moet zijn;
-
v. specifiek voor bouwwerken ten behoeve van de in 22.3 onder b.3. genoemde activiteiten, de gevraagde rivierverruimingsmaatregelen genomen worden, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen gezekerd moet zijn;
-
vi. de andere aan deze gronden gegeven bestemmingen moeten het oprichten van bouwwerken toelaten.