direct naar inhoud van Artikel 20 Waarde - Beschermd dorpsgezicht
Plan: Rossum en Hurwenen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BP1036-VG01

Artikel 20 Waarde - Beschermd dorpsgezicht

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de instandhouding en versterking van de met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van de historische dorpskern, zoals beschreven in Bijlage 3 Gemeente Rossum beschrijving beschermd dorpsgezicht Rossum en Bijlage 4 Gemeente Rossum beschrijving beschermd dorpsgezicht Hurwenen en zoals weergegeven op Bijlage 5 Kaarten Waarde beschermnd dorpsgezicht.

20.2 Bouwregels
20.2.1 Toegestane bouwwerken beschermd dorpsgezicht

Op en in de gronden als bedoeld in 20.1 mag slechts worden gebouwd indien en voor zover zulks verenigbaar is met het beheer, de ontwikkeling en het behouwd van de karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht, en mits vooraf advies van de Monumentencommissie is gevraagd, met dien verstande dat:

  • a. geen wezenlijke veranderingen worden gebracht in het stedenbouwkundige beeld;
  • b. bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming.
20.2.2 Toegestane bouwwerken beschermde monumenten

Op en in de gronden als bedoeld in 20.1, met daarop beschermde rijksmonumenten, aangewezen ingevolge artikel 3 van de Monumentenwet, en gemeentelijke monumenten, aangewezen ingevolge de gemeentelijke monumentenverordening, mag uitsluitend worden gebouwd indien en voor zover zulks nodig is voor inrichting en/of behoud en/of herstel van bestaande bebouwing, met dien verstande, dat :

  • a. de gevels in de aangegeven bouwgrenzen zullen worden gebouwd;
  • b. geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in de aangegeven kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling, zulks met inbegrip van waardevolle details als erkers, dakkapellen, kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en soortgelijke bouwdelen, zoals vastgelegd in de aanwijzing tot beschermd monument ex artikel 6 van de Monumentenwet, dan wel op grond van de gemeentelijke monumentenverordening.
20.3 Nadere eisen

Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen Burgemeester en wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:

  • a. ten behoeve van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden.
20.4 Afwijken van de bouwregels
20.4.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van splitsing van woningen

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning (voorheen: ontheffing) verlenen voor afwijking van het in de onderliggende bestemmingen bepaalde ten aanzien van het aantal te realiseren woningen in rijks- en gemeentelijke monumenten, ten behoeve van het splitsen van woningen, mits:

  • a. dit noodzakelijk is voor het herstel of de verbetering van de architectonische en cultuurhistorische waarden van het monument;
  • b. de woningen/wooneenheden na splitsing ieder afzonderlijk over een woonoppervlak van ten minste 100 m² beschikken;
  • c. de totstandkoming van een goed woonklimaat is gegarandeerd c.q. er geen milieuhygiënische bezwaren bestaan tegen realisering van de extra woning(en);
  • d. er wordt voldaan aan de geldende gemeentelijke parkeernormen.
20.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden, op of in de tot 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden binnen deze dubbelbestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voorheen: aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden;
  • b. het bodemverlagen of afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
  • c. het vellen, rooien, dempen, egaliseren of verwijderen van karakteristieke beplanting, groenstructuren, boomgaarden, moes- en volkstuinen, bomen, hagen, oude tuinmuren, hekwerken of waterpartijen dan wel het verrichten van werkzaamheden die ernstige beschadiging of de dood of verdwijning van karakteristieke beplanting, bomen, hagen of groenstructuren tot gevolg kunnen hebben;
  • d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • e. het aanbrengen van opgaande beplanting anders dan in de vorm van fruitbomen.
20.5.2 Uitzonderingen

Het onder 20.5.1 bepaalde is niet van toepassing voor:

  • a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, (omgevings)vergunning/ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd;
  • d. werken of werkzaamheden gericht op instandhouding van gebouwen en terreinen met cultuurhistorische waarden.
20.6 Omgevingsvergunning voor het slopen
20.6.1 Vergunningplicht

Het is verboden, op of in de tot 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden binnen deze dubbelbestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen (voorheen: sloopvergunning) van Burgemeester en Wethouders de op de gronden aanwezige gebouwen geheel of gedeeltelijk te slopen.

20.6.2 Uitzonderingen

Het in 20.6.1 bepaalde is niet van toepassing voor sloopwerkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.