direct naar inhoud van Artikel 8 Dienstverlening
Plan: Alem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BP1035-OH01

Artikel 8 Dienstverlening

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bestaande, ter plaatse reeds gevestigde vormen van dienstverlening, zoals banken,

alsmede voor daarmee naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders qua aard, omvang en effecten op de omgeving vergelijkbare voorzieningen,

een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven en parkeervoorzieningen.

Dienstverlening is uitsluitend toegestaan op de begane grond.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in 8.1 mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming:

  • a. bedrijfsgebouwen ten behoeve van zakelijke dienstverlening, uitsluitend binnen het bouwvlak;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte niet meer mag bedragen dan in het betreffende bouwvlak is aangegeven;
  • b. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan in het betreffende bouwvlak is aangegeven;
  • c. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan het aangegeven bebouwingspercentage;
  • d. voorzover de bestaande bedrijfsgebouwen niet voldoen aan het bepaalde onder a. tot en met c., zijn in afwijking hiervan de bestaande goothoogten, bouwhoogten en bebouwingspercentages van bedrijfsgebouwen toegestaan.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   max. hoogte  
Overkappingen met een open constructie en pergola's   3 m  
Erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens   1 m  
Overige erfafscheidingen en/of terreinafscheidingen alsmede overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde vlaggenmasten   2 m  

De bebouwde oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande, dat het in 8.2.2 onder c. bedoelde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.

8.3 Nadere eisen

Bij de beslissing omtrent het verlenen van een bouwvergunning kunnen Burgemeester en Wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:

  • a. om de ruimtelijke samenhang met de overige bebouwing veilig te stellen;
  • b. om een milieuhygiënisch verantwoorde situering te bevorderen;
  • c. om een onevenredige inbreuk op het aanwezige woon- en leefmilieu te voorkomen;
  • d. om een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. voor detailhandel, horeca of maatschappelijk;
  • b. voor permanente bewoning.
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
8.5.1 Afwijjken van de gebruiksregels ten behoeve van andere vormen van dienstverlening

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 8.1 teneinde andere dan de bestaande vormen van dienstverlening toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het woon- en leefklimaat in de directe omgeving;
  • b. de verkeersaantrekkende werking en de parkeerdruk in de omgeving mogen niet worden vergroot;
  • c. de milieubelasting op de omgeving mag niet toenemen.
8.6 Wijzigingsbevoegdheid
8.6.1 Wijziging in de bestemming Detailhandel

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden met deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Detailhandel' teneinde het gebruik voor detailhandel mogelijk te maken, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en het woon- en leefmilieu;
  • b. het niet betreft activiteiten die een zodanige verkeersaantrekking hebben, dat deze leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
  • c. de regels van Artikel 7 van toepassing worden verklaard.
8.6.2 Wijziging in de bestemming Wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden met deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' teneinde het gebruik voor bewoning mogelijk te maken, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en het woon- en leefmilieu;
  • b. er sprake is van vrijstaande, halfvrijstaande, of gesloten woningen en de woningen worden gesitueerd, zodanig dat wordt aangesloten op het bestaande stedenbouwkundig patroon;
  • c. uit onderzoek naar geluidhinder, bodemkwaliteit, luchtkwaliteit, geurhinder en hinder van bedrijfsactiviteiten of overig noodzakelijk geachte onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor de nieuwe functie;
  • d. de regels van Artikel 14 van toepassing worden verklaard.