direct naar inhoud van Artikel 25 Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed
Plan: Hedel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BP1016-VG01

Artikel 25 Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed

25.1 Bestemmingsomschrijving

De Voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de bescherming en het behouden van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed;
  • b. het behouden van de mogelijkheid tot rivierverruiming door verbreding en verlaging;
  • c. de vestiging of uitbreiding van overslagbedrijven of het realiseren van overslagfaciliteiten, uitsluitend voor zover de activiteit gekoppeld is aan het vervoer over de rivier.
25.2 Bouwregels

Op de tot 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' bestemde gronden mogen geen bouwwerken worden opgericht. Bestaande bouwwerken mogen in hun huidige omvang worden gehandhaafd.

25.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.2ten behoeve van:

  • a. de volgende riviergebonden activiteiten:
    • 1. de aanleg of wijziging van waterstaatkundige (kunst)werken;
    • 2. de realisatie van voorzieningen voor een betere en veiligere afwikkeling van de beroeps- en recreatievaart;
    • 3. de realisatie van natuur;
    • 4. de realisatie van voorzieningen die onlosmakelijk met de waterrecreatie zijn verbonden;
    • 5. de winning van oppervlaktedelfstoffen;
  • b. de volgende niet-riviergebonden activiteiten:
    • 1. een activiteit met een groot openbaar belang die redelijkerwijs niet buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd;
    • 2. een activiteit met een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang voor bestaande grondgebonden agrarische bedrijven die redelijkerwijs niet buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd;
    • 3. een activiteit die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie,

mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • i. de situering en uitvoering van bouwwerken dient zodanig te zijn dat het veilig functioneren van waterstaatswerken is gewaarborgd;
  • ii. de situering en uitvoering van bouwwerken dient zodanig te zijn dat er geen sprake is van een feitelijke belemmering van toekomstige vergroting van de afvoer- of bergingscapaciteit;
  • iii. de situering en uitvoering van bouwwerken dient zodanig te zijn dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
  • iv. de resterende, blijvende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen moeten duurzaam worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen gezekerd moet zijn;
  • v. specifiek voor bouwwerken ten behoeve van de in 25.3 onder b.3. genoemde activiteiten, de gevraagde rivierverruimingsmaatregelen genomen worden, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen gezekerd moet zijn;
  • vi. de andere aan deze gronden gegeven bestemmingen moeten het oprichten van bouwwerken toelaten;
  • vii. de waterbeheerder van de Maas heeft een positief wateradvies gegeven.