direct naar inhoud van Artikel 26 Algemene aanduidingsregels
Plan: Lochem-West 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.lolochemWest2010-BP42

Artikel 26 Algemene aanduidingsregels

26.1 geluidzone - industrie

Binnen de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn geen geluidgevoelige gebouwen en/of gebruik voor geluidsgevoelige functies toegestaan (wonen, onderwijs, ziekenhuis, verpleeghuis of andere gezondheidszorg) in verband met het nabijgelegen gezoneerde industrieterrein Hanzeweg – Kwinkweerd.

26.2 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
26.2.1 aanduidingomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

26.2.2 bouwregels
  • a. In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen (artikelen 3 tot en met 17) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd;
  • b. Gebouwen mogen niet worden gebouwd;
  • c. Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 2 m.
26.2.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 26.2.2 voor het bouwen overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen, mits:

  • a. de afwijking niet leidt tot een groter risico op grondwaterverontreiniging;
  • b. advies is verkregen van het waterleidingbedrijf.
26.2.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 26.2.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het gebruiken, storten en opslaan van meststoffen, bestrijdingsmiddelen, verontreinigde grond en/of schadelijke stoffen;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
26.2.5

Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 26.2.4 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen het risico op grondwaterverontreiniging niet toeneemt.

26.2.6

Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 26.2.4 wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van het waterleidingbedrijf.

26.2.7

Geen omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 26.2.4 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.