Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. een bedrijf in de categorieën 1 en 2 van de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
met dien verstande dat:
-
b. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde -
Archeologie'.
3.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 3.1 mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aanduidingen en de volgende regels:
3.2.1 Binnen het bouwvlak:
-
a. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken, met inachtneming van de overige bouwregels;
-
b. ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte" mag de goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de aangeduide hoogten;
-
c. binnen het bouwvlak mag de dakhelling van een kap op gebouwen niet minder dan 45 graden en niet meer dan 60 graden bedragen;
-
d. binnen het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 meter bedragen.
3.2.2 Buiten het bouwvlak:
-
a. van de gronden buiten het bouwvlak die deel uitmaken van het bouwperceel mag maximaal 30% worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, en met inachtneming van de overige bouwregels;
-
b. buiten het bouwvlak zijn de gebouwen uitsluitend toegestaan achter de aangeduide gevellijn;
-
c. buiten het bouwvlak mag de goothoogte van de gebouwen niet meer dan 3 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 5 meter, mits het gebouw op ten minste 2 meter van de zijdelingse en/of achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
-
d. op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel mag de bouwhoogte van gebouwen buiten het bouwvlak maximaal 3 meter bedragen (behoudens ontheffing);
-
e. buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde:
-
1. voor de aangeduide gevellijn niet meer 1 meter bedragen;
-
2. achter de aangeduide gevellijn niet meer dan 2 meter bedragen.
3.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.2, sub d., voor een gebouw met een kap op een afstand van 2 meter of minder van de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel, mits:
-
a. de dakhelling vanaf de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel oploopt met een helling van maximaal 60 graden, en;
-
b. de nok van de kap ten minste 2 meter uit de zijdelingse en achtergrenzen van het bouwperceel is gesitueerd;
-
c. de bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor:
-
a. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
-
b. kantoor, met uitzondering van kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse aanwezige bedrijf tot een maximum van 30% van de brutovloeroppervlakte.