direct naar inhoud van Artikel 8 Algemene bouwregels
Plan: Zwiepseweg 30 Barchem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0262.BuZwiepseweg30Ba-BP41

Artikel 8 Algemene bouwregels

8.1 Het peil voor bouwwerken
  • a. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, dient het peil te zijn gesitueerd op de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, dient het peil te zijn gesitueerd op de gemiddelde hoogte van het rondom afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw.
8.2 Bestaande en afwijkende maatvoering en situering
  • a. bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels in artikel 8 zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning;
  • b. het bepaalde in artikel 8.2 onder a geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
  • c. in geval van herbouw is het bepaalde in artikel 8.2 onder a, uitsluitend van toepassing indien herbouw op dezelfde plaats geschiedt.
8.3 Afstand bebouwing tot wegen
8.3.1 Bebouwingsvrije zone

Bij het oprichten van nieuwe bebouwing langs verharde wegen dient een afstand van ten minste 15 meter in acht te worden genomen, gemeten vanuit de as van de meest nabijgelegen rijbaan van de weg.

8.3.2 Uitzichthoeken op kruisingen

Bij de kruising dan wel aansluiting van wegen dienen de uitzichthoeken ten behoeve van het wegverkeer te worden vrijgehouden van bebouwing.

8.3.3 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor situaties waarin een afwijkende situering uit stedenbouwkundig oogpunt de voorkeur verdient en de verkeersveiligheid, gehoord de wegbeheerder, voldoende is gewaarborgd.

8.4 Onderkeldering van gebouwen:
8.4.1 Verbod ondergrondse bebouwing

Zonder ontheffing is ondergrondse- of halfverdiepte bebouwing niet toegestaan.

8.4.2 Ontheffing voor onderkeldering

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het onderkelderen voor gebouwen, mits:

  • a. daarvoor geen kunstmatige en structurele verlaging van de grondwaterstand noodzakelijk is;
  • b. de bouwdiepte maximaal 4 meter bedraagt;
  • c. de ondergrondse bebouwing of halfverdiepte bebouwing onder het gebouw wordt gerealiseerd, met uitzondering van ingangspartijen en voorzieningen voor de toetreding van daglicht;
  • d. de bouwhoogte van keermuren ten behoeve van ingangspartijen niet meer dan 1,2 meter bedraagt;
  • e. de voorzieningen voor de toetreding van daglicht maximaal 1 meter uit de gevel worden gebouwd.