Kernen Heumen, Overasselt, Nederasselt en Molenhoek
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0252.GHbpkernenHONMh-VA01 |
Artikel 8 Maatschappelijk
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
ter plaatse van de aanduiding:
'onderwijs' uitsluitend scholen en onderwijsinstellingen;
'begraafplaats' uitsluitend een begraafplaats;
'zorgwoning' uitsluitend zorgwoningen;
'religie' uitsluitend een religieuze instelling;
'museum' uitsluitend een museum;
'specifieke vorm van maatschappelijk - sociaal cultureel' uitsluitend een sociaal-culturele instelling;
'specifieke vorm van maatschappelijk - medisch' uitsluitend een medische en/of zorginstelling;
met bijbehorende bebouwing, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
alsmede voor:
de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument’ en ‘specifieke bouwaanduiding - rijksmonument’ aangegeven bebouwing.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn dan wel op een afstand van niet meer dan 3 m daarachter.
De afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2,5 m.
De goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ is aangegeven.
In afwijking van het bepaalde onder a mag ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' een gebouw buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een bebouwde oppervlakte van 25 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3 m.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
De bouwhoogte van palen en masten mag niet meer bedragen dan 6 m.
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal bedragen:
1 m voor zover het gronden betreft, gelegen voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde hiervan;
2 m voor zover het gronden betreft, gelegen achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde hiervan;
een en ander met dien verstande dat bij hoeksituaties de hoogte van erfafscheidingen op het naar de weg gekeerde zijerf tot een afstand van 3 m achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 1 m mag bedragen.
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing.
De onder a genoemde nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de omgeving van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument’ en ‘specifieke bouwaanduiding - rijksmonument’.
8.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
het bepaalde in lid 8.2.2 onder c ten behoeve van het oprichten van naar de openbare weg gekeerde erf- en terreinafscheidingen, tot een bouwhoogte van maximaal 2 m, mits:
dit uit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;
dit uit oogpunt van verkeersveiligheid aanvaardbaar is;
de belangen van derden niet onevenredig worden aangetast.
8.5 Specifieke gebruiksregels
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - sociaal cultureel' is een sociaal-culturele instelling toegestaan, met dien verstande dat daarbij ondergeschikt een kinderopvanginstelling en een kantoorruimte zijn toegestaan.