Bedrijventerreinen De Hoge Brug, Taaiendijk en Sluisweg

Status: Vastgesteld
Identificatie: NL.IMRO.0252.GHbpbedrijven-VA01
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Artikel 16 Algemene aanduidingsregels

 

16.1 Geluidzone - industrie

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - industrie’ mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, tenzij een hogere waarde is vastgesteld.

 

 

16.2 Vrijwaringszone - vaarweg

 

16.2.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de veiligheid van het vaarverkeer.

 

16.2.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Hoofdstuk 2) mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming met een bouwhoogte van maximaal 1 m.

 

16.2.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.2.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de vaarweg.

 

 

16.2.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

16.2.4.1 Werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Het is verboden op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘Vrijwaringszone - vaarweg’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  1. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en /of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;

  2. het ophogen van gronden;

  3. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden.

 

16.2.4.2 Uitzonderingen

Het onder 16.2.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. het normale onderhoud en beheer betreffen overeenkomstig de bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;

  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

 

16.2.4.3 Toelaatbaarheid

De onder 16.2.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan niet eerder worden verleend, dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de vaarweg.