Plan: | Heerde-Dorp, 2e partiële herziening, project Brinklaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0246.BP402-va01 |
Archeologische waarden worden in toenemende mate in de planvorming betrokken. Een instrument hiervoor is de Archeologische Monumentenkaart (AMK), waarop de bekende en gewaardeerde vindplaatsen zijn aangegeven. Er zijn in het gebied geen archeologische monumenten bekend.
Complementair aan deze kaart is de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW). Op basis van deze kaart kan inzicht worden verkregen in de mate waarin archeologische resten in een gebied kunnen worden aangetroffen. Op de IKAW ligt het plangebied in een witte vlek (dorpskern Heerde) waar geen gegevens beschikbaar zijn. Het plangebied heeft echter een lage archeologische verwachtingswaarde, omdat de bodem door het gebruik van het perceel in de loop der jaren in grote mate is verstoord.
Uit een inventariserend archeologisch onderzoek is gebleken, dat de archeologische verwachtingswaarde - gecombineerd met het huidige grondgebruik en de historische kaarten - erop duidt dat er ter plaatse van het plangebied tussen de bestaande bebouwing mogelijk sprake is van een intact bodemprofiel met archeologische resten daarin. Door RAAP Archeologisch onderzoek is daarom geadviseerd om een inventariserend archeologisch veldonderzoek (IVO) in de vorm van een booronderzoek uit te voeren op het terrein.
Het bedoelde veldonderzoek is door RAAP uitgevoerd in september 2007. De resultaten zijn weergegeven in de RAAP-notitie 2386 / eindversie 14-09-2007. De conclusie is als volgt:
"De diepere ondergrond van het plangebied bestaat uit verspoeld stuwwalmateriaal dat is afgedekt door een dunne laag dekzand. In de top van dit dekzand heeft zich in het verleden, door in- en uitspoeling van bodemzouten en humus, een podzol gevormd. De top van het oorspronkelijke oppervlak heeft rond circa 70 cm –mv gelegen. Op basis van datering van de archeologische resten blijkt dat met het gebied, ten behoeve van de landbouw, vanaf het midden van de 19e eeuw heeft opgehoogd met plaggen (zogenaamd esdek of enkeerd). De top van dit plaggendek, de bovenste 25 cm, is regelmatig geploegd/omgezet en vormt zo de huidige bouwvoor. Bij de bouw van de huidige panden zijn grote delen van het plangebied diep, tot circa 25 cm in de natuurlijke ondergrond, verstoord. De context van eventueel aanwezige archeologische resten is hierdoor geheel verstoord waardoor het gebied geen archeologische informatie meer bevat.
Vanwege de diepe verstoring van de bodem en het ontbreken van relevante archeologische indicatoren wordt er geen verder archeologisch onderzoek aanbevolen."
Het uitgevoerde onderzoek is als Bijlage 4 Archeologisch onderzoek toegevoegd bij dit plan.
De Monumentenwet beschermt cultuurhistorisch belangrijke gebouwen. De bestaande gebouwen binnen het plangebied zijn niet aangewezen als rijks- of gemeentelijk monument. Ook komen de gebouwen niet voor op de lijst van het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) of zijn door de gemeente aangewezen als markant pand. Aan de bestaande gebouwen kan daarom geen cultuurhistorische waarde worden toegekend.
Het plangebied grenst echter wel aan een gebied met aantoonbare cultuurhistorische waarden. De panden Stationsstraat 2 (villa Welgelegen), Stationsstraat 4 (hallenboerderij) en Dorpsstraat 55 (villa Jacoba) zijn opgenomen in de Welstandsnota in deelgebied 7, zodat in de omgeving daarvan rekening moet worden gehouden met de ruimtelijke kwaliteit. Zie hetgeen hiervoor is opgenomen in de paragraaf "Welstandsnota".