direct naar inhoud van Artikel 8 Sport
Plan: Bedrijven- en sportterreinen Heerde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.700BPBHDBDRIJVNTRN-VA03

Artikel 8 Sport

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Sport ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van sportactiviteiten;
  • b. nutsvoorzieningen;
  • c. kantines, tribunes, kleedruimten, dug-outs, materiaalhokjes en entreepoorten;
  • d. wegen en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. waterlopen en waterpartijen;
  • g. groenvoorzieningen;

met de daarbij behorende

  • h. gebouwen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a mogen ondergeschikte gebouwen zoals dug-outs, materiaalhokjes en entreepoorten worden gebouwd buiten het bouwvlak met een maximale bouwhoogte van 3 m en een maximaal oppervlakte van 30 m2.

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een overkapping bedraagt maximaal 3 m;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 16 m, waarbij de lichthinder tot een minimum moet worden beperkt;
  • d. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 5 m;
  • e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van sportvoorzieningen bedraagt maximaal 8 meter;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2,5 m.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
8.4 Afwijken van de bouwregels
8.4.1 Algemeen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 8.2.1 onder a voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:

  • a. de maximale oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak bedraagt 2% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak;
  • b. de minimale afstand tot de perceelsgrens bedraagt 3 m;
  • c. de maximale bouwhoogte bedraagt 4 m.

8.4.2 Afwegingskader

De in lid 8.4.1 bedoelde afwijking kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de belangen van eigenaren van aangrenzende gronden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.