direct naar inhoud van 3.7 Recreatie en toerisme
Plan: Buitengebied Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.00000900-va01

3.7 Recreatie en toerisme

De gemeente streeft naar een versterking van de toeristisch-recreatieve functie van het buitengebied, dat wil zeggen naar een kwaliteitsverbetering van het bestaande aanbod en een beperkte uitbreiding van de recreatieve mogelijkheden.

Heerde heeft vanwege haar aantrekkelijke landschap voldoende potenties op toeristisch-recreatief gebied. Het buitengebied van Heerde kent verschillende landschapstypen: van de Veluwe, via het overgangsgebied en het landbouwgebied naar het uiterwaardenlandschap. Het platteland staat bij de recreant in de belangstelling. Voor Heerde liggen er kansen om in te spelen op deze recreatieve behoefte. Daarom heeft de gemeente Heerde in 2007 de beleidsnota recreatie en toerisme 2007 - 2011 vastgesteld. In dit kader zijn een aantal concrete beleidsdoelstellingen geformuleerd. Deze beleidsdoelstellingen zijn in Nota Verblijfsrecreatie 2010 nader geconcretiseerd en geformuleerd in uitgangspunten. De nota is doorvertaald naar dit bestemmingsplan op onderwerpen zoals bed&breakfast, kamperen bij de boer en de ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande recreatieterreinen.

De bestaande toeristisch-recreatieve voorzieningen hebben in het bestemmingsplan een passende bestemming gekregen. Concreet betekent dit dat bijvoorbeeld een reguliere camping (geen kleinschalig kampeerterrein) is bestemd als "Recreatie - Verblijfsrecreatie". De ontwikkelingsmogelijkheden van de terreinen zijn afgestemd op de bestaande planologische regimes. Uitbreiding van bedrijfsbebouwing wordt tegengegaan, omdat de meeste terreinen binnen de EHS liggen. In de nota verblijfsrecreatie wordt hierover opgenomen dat er ruimte moet zijn voor kwaliteitsverbeteringen. Het is niet mogelijk om deze kwaliteitsverbeteringen in het voorliggende bestemmingsplan te faciliteren. Daar waar nodig, worden de activiteiten (per perceel) nader gespecificeerd.

Permanente bewoning wordt door het gemeentebestuur niet geaccepteerd en hier wordt handhavend tegen op getreden. In de Nota Verblijfsrecreatie (2010) is het beleidsuitgangspunt opgenomen dat permanente bewoning van een recreatiewoning niet is toegestaan. Gevolg gevend aan dit beleid wordt een separaat handhavingstraject uitgezet om permanente bewoning tegen te gaan.

Fiets-, wandel- en ruiterpaden worden over het algemeen meegenomen binnen de gebiedsbestemmingen. Daartoe is in de bestemmingsomschrijving geregeld dat de gronden tevens zijn bestemd voor voorzieningen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik, zoals wandel-, fiets- en/of ruiterpaden. Voor het aanleggen van voorzieningen of verharden van padenten behoeve van recreatief medegebruik is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, verplicht gesteld.