direct naar inhoud van 6.4 Bestemmingsbepalingen
Plan: Groot Sypel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00081-0003

6.4 Bestemmingsbepalingen

In de regels is het beschreven beleid vertaald in de bestemmingsbepalingen. De volgende bestemmingen worden in het plan onderscheiden:

  • Bedrijf
  • Groen
  • Maatschappelijk
  • Sport
  • Verkeer
  • Verkeer - Railverkeer
  • Water
  • Wonen
  • Wonen - Garageboxen
  • Wonen - Woonwagencentrum
  • Leiding - Riool
  • Waarde - Archeologie

Bij elk van deze bestemmingen zal in deze paragraaf een korte toelichting worden gegeven omtrent doel en inhoud.

6.4.1 Bedrijf

De huidige bedrijven hebben de bestemming 'Bedrijf' gekregen. Op de gronden zijn bedrijven zoals die zijn opgenomen in bijlage 1 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging' toegestaan, met dien verstande dat de bedrijven uit categorie B en C niet aanpandig worden uitgevoerd aan gevoelige functies.

  • Categorie A activiteiten zijn activiteiten die zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving zijn, dat deze aanpandig aan woningen kunnen worden uitgevoerd. De eisen uit het Bouwbesluit voor scheiding tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend.
  • Categorie B activiteiten zijn activiteiten die in een gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter met een zodanige milieubelasting voor hun omgeving dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies dienen plaats te vinden.
  • Categorie C activiteiten zijn activiteiten zoals genoemd onder categorie B, waarbij de relatief grote verkeersaantrekkende werking een ontsluiting op de hoofdinfrastructuur is aangewezen. Voor de toelaatbaarheid van deze activiteiten gelden de volgende randvoorwaarden:
    1. het gaat om kleinschalige, meest ambachtelijke bedrijvigheid;
    2. productie en/of laad- en loswerkzaamheden vinden alleen in de dagperiode plaats;
    3. de activiteiten (inclusief opslag) geschieden hoofdzakelijk inpandig;
    4. activiteiten uit categorie C beschikken daarnaast over een goede aansluiting op de hoofdinfrastructuur.

De met vergunning verkregen specifieke functies, zoals bijvoorbeeld een brandstofverkooppunt, bouwmarkt, broodjeszaak, horecagelegenheid of een bloemenzaak zijn op de verbeelding apart aangeduid. De gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gerealiseerd en voldoen aan het maximum bebouwingspercentage en de opgenomen bouwhoogte.

6.4.2 Groen

De structurele groenvoorzieningen hebben de bestemming "Groen' gekregen. Binnen de bestemming ‘Groen’ is het niet mogelijk om wegen en parkeerplaatsen te realiseren, met uitzondering van de gronden die aangeduid zijn als 'ontsluiting' (de huidige toegangsweg vanaf de Couperuslaan naar de Badweg). Wel is het plaatsen van voorzieningen, ter ondersteuning van en passend in de groene ruimte mogelijk. Ook wandel- en fietspaden passen binnen deze bestemming.

6.4.3 Maatschappelijk

Binnen de bestemming ‘Maatschappelijk’ vallen de voorzieningen die een functie hebben voor het gebied en/of voor de gehele gemeente, zoals de scholen voor het voortgezet onderwijs, brandweerkazerne en Estrado. De gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gerealiseerd en voldoen aan het maximum bebouwingspercentage en de opgenomen bouwhoogte.

6.4.4 Verkeer/Railverkeer

Hierin vallen de wegen met een doorstroomfunctie voor de gehele stad. Binnen het plangebied gaat het dan om de Stationslaan, Verkeersweg en de Hoofdweg. De verkeersfunctie gaat binnen deze bestemming voor de verblijfsfunctie.

De spoorlijn Amersfoort-Zwolle heeft de bestemming 'Verkeer - Railverkeer' gekregen.

6.4.5 Wonen

Binnen deze bestemming vormt wonen de hoofdfunctie. Er is geen onderscheid gemaakt tussen tuin en erfgedeelte. Alleen de woning zelf is door middel van het bouwvlak en verschillende maatvoeringsvlakken aangeduid. De goot- en bouwhoogte zijn zoveel mogelijk aangegeven in de verbeelding.
Er worden regels gesteld ten aanzien van gebruik en bebouwing. Er wordt ruimte gegeven aan het uitoefenen van met wonen verenigbare functies in de woning. Onder de bestemming ‘Wonen’ valt ook het openbare verblijfsgebied rondom de woningen. Het verblijfskarakter in deze gebieden staat voorop. De doeleinden binnen deze bestemming zijn onderling uitwisselbaar, zodat in de toekomst, op een flexibele wijze, tot de meest wenselijke inrichting van het openbare verblijfsgebied kan worden gekomen.

Het bestaande woonwagencentrum heeft de bestemming 'Wonen - Woonwagencentrum' gekregen.

6.4.6 Sport

De huidige sportvoorzieningen in het gebied, het sportterein van de scholen en het evenemententerrein hebben de bestemming 'Sport' gekregen. Op specifiek doorvoor aangewezen gronden mogen -onder voorwaarden- evenementen worden georganiseerd. De gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gerealiseerd en voldoen aan de opgenomen bouwhoogte. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor de bouw van voor het sportterrein noodzakelijke gebouwen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat de totale oppervlakte van deze gebouwen niet meer mag bedragen dan 100 m2 en de hoogte niet meer bedraagt dan 4 m.

6.4.7 Waarde - Archeologie 1 of 2

Voor de bescherming van mogelijk archeologische waarden in het plangebied is deze dubbelbestemming opgenomen. Het betreft gebieden die op de Archeologische Verwachtingskaart zijn aangeduid als gebieden met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Voor de gebieden met een hoge archeologische verwachtingswaarde geldt een onderzoeksplicht bij gebieden groter dan 100 m². Voor de gebieden met een middelhoge verwachting op de aanwezigheid van archeologische waarden geldt een onderzoeksplicht bij gebieden groter dan 1.000 m².

6.4.8 Procedure wijzigingsbevoegdheden

Het bevoegd gezag (het college van B&W) is bevoegd het plan op een aantal locaties te wijzigen. Deze locaties zijn op de verbeelding specifiek aangeduid als 'wro -zone wijzigingsgebied'. In dit bestemmingsplan zijn de kaders voor de wijzigingsplannen vastgelegd. Te zijner tijd zal het ontwerpwijzigingsplan 6 weken ter visie worden gelegd. In deze periode kunnen zienswijzen bij de gemeente worden ingediend. De gemeente zal deze vervolgens beantwoorden en eventueel het ontwerpwijzigingsplan aanpassen. Het college van B&W zal uiteindelijk het wijzigingsplan vaststellen. Op basis van dit vastgestelde wijzigingsplan kan de omgevingsvergunning (bouwvergunning) worden verleend.