direct naar inhoud van Artikel 10 Wonen
Plan: Groot Sypel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00081-0003

Artikel 10 Wonen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. kantoren, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • c. praktijkruimte, ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte';
  • d. huiswerkbegeleiding, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1';
  • e. tuinen, erven en terreinen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. waterlopen, waterpartijen en waterbergingen;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. voet- en fietspaden;
  • k. parkeervoorzieningen;
  • l. kunstwerken;
  • m. woonstraten en wegen met een buurtontsluitende functie;
  • n. verkeersvoorzieningen, waaronder afscheidingen, lichtmasten, verkeersborden, alsmede voorzieningen voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer.

Onder wonen is mede begrepen:

  • a. het uitoefenen van het aan huis verbonden beroep;
  • b. bed & breakfast.
10.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van wonen gelden de volgende regels:
    • 1. de gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak, met dien verstande dat hoofdgebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouw' mogen worden gebouwd;
    • 2. per afzonderlijk bouwperceel gelden de volgende regels:
      • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' bedragen de goot- en bouwhoogten niet meer dan de aangegeven hoogten, dan wel de bestaande hoogten indien deze meer bedragen;
      • b. het bebouwingspercentage van het achtererf mag niet meer bedragen dan 50%;
      • c. het bebouwde oppervlakte van het achtererf mag niet meer bedragen dan 50 m²;
      • d. op het zijerf is de oprichting van een al dan niet aangebouwd gebouw toegestaan, mits:
        - ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' bedragen de goot-
        en bouwhoogten niet meer dan de aangegeven hoogten, dan wel de bestaande hoogten
        indien deze meer bedragen;
        - de oppervlakte niet meer bedraagt dan 25 m²;
        - de afstand tot de voorgevelbouwgrens ten minste 1 m bedraagt, dan wel de bestaande
        afstand indien deze minder is;
        - de afstand tot de zijdelingse perceelgrens, grenzend aan het openbaar toegankelijk
        terrein, ten minste 3 m bedraagt, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is;
      • e. in afwijking van het gestelde onder 1 is voor de voorgevelbouwgrens van een bestaande woning een erker toegestaan, met dien verstande dat deze:
        - geen grotere bouwdiepte mag hebben dan 1,5 m;
        - geen grotere goothoogte mag hebben dan 3 m;
        - geen grotere breedte mag hebben dan 75% van de voorgevelbreedte van de woning
        waartoe zij behoort;
        - niet tot gevolg mag hebben dat de afstand van de woning tot de aan de weg gelegen
        perceelgrens minder dan 2 m bedraagt.
  • b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoeleinden en nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
    • 1. de inhoud bedraagt per gebouw niet meer dan 50 m³;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.
  • c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de regel dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. bijbehorende bouwwerken worden gebouwd binnen het bouwvlak, met dien verstande dat deze geen grotere oppervlakte mogen hebben dan 25 m2;
    • 2. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van verkeers- en verblijfsdoeleinden en nutsvoorzieningen, niet meer mag bedragen dan 6 m;
    • 3. erfafscheidingen voor de voorgevel geen grotere hoogte mogen hebben dan 1 m en voor het overige geen grotere hoogte mogen hebben dan 2 m;
    • 4. masten geen grotere hoogte mogen hebben dan 6 m.
10.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van de gebouwen waarvan de maximaal toegestane bouwhoogte 3 m bedraagt;
  • b. de plaats van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden;
  • c. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m² en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 m.
10.4 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 a, onder 2d voor het aanhouden van een kleinere afstand tot de voorgevelbouwgrens dan 1 m tot een minimale afstand van 0 m, dan wel de bestaande, kleinere afstand, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de gebruiksmogelijkheden en het rustige woongenot van aangrenzende gronden;
    • 2. het bebouwingsbeeld;
    • 3. de verkeersveiligheid.
  • b. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 a, onder 2c en lid 10.2 a, onder 2d ten behoeve van de plaatsing van een mantelzorgunit, met dien verstande dat:
    • 1. de uitbreiding op zij- en/of achtererf niet meer bedraagt dan 50 m²;
    • 2. de afwijking geldt voor een periode van maximaal 5 jaar. Deze kan na afloop tekens worden verlengd met een periode van maximaal 5 jaar.
10.5 Specifieke gebruiksregels
10.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het bewonen van vrijstaande gebouwen, niet zijnde woningen.

10.5.2 Aan huis verbonden beroep

Onder wonen is het uitoefenen van het aan huis verbonden beroep mede begrepen, met dien verstande dat niet meer dan 40% van het gezamenlijke bruto vloeroppervlak van de tot een bouwperceel behorende gebouwen, niet zijnde vrijstaande bijgebouwen, tot een maximum van 75 m² voor de aan huis verbonden werkactiviteit mag worden gebruikt.

10.5.3 Bed & breakfast

Onder wonen is bed & breakfast mede begrepen, met dien verstande dat:

  • a. de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
  • b. het een kleinschalige verblijfsaccommodatie betreft met maximaal 7 slaapkamers, die deel uitmaakt van een woning;
  • c. het een ondergeschikte nevenactiviteit ten opzichte van de functie wonen betreft, waarbij het gebruik beperkt is tot 40% van het bruto vloeroppervlak van de woning met een maximum van 100 m²;
  • d. de recreatieve nevenactiviteit mag geen afbreuk doen aan de woonfunctie.
10.5.4 Cumulatie

Het gezamenlijk oppervlak dat wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep en bed & breakfast, zoals bedoeld in artikel 10.5.2 en 10.5.3, mag niet meer bedragen dan 40% van het gezamenlijke bruto vloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken.