direct naar inhoud van 4.2 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Hierden Bosch
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00060-0003

4.2 Cultuurhistorie en archeologie

4.2.1 Inleiding

In 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht geworden. In het kader hiervan dient een gemeente ruimtelijke planvorming te toetsen op archeologische waarden. Indien potentiële archeologische waarden worden verstoord, dient hier nader onderzoek naar te worden verricht. Naast bouwkundige monumenten zijn er ook aardkundige monumenten, natuurmonumenten en landschapsmonumenten.

4.2.2 Cultuurhistorie

In het plangebied komen geen rijksmonumenten voor, maar wel twee gemeentelijke monumenten. De gemeentelijke monumenten hebben vooral een plaatselijke betekenis.

Het eerste monument is een tot woning verbouwde hallehuisboerderij met langsdeel aan de Wijtgraaf 34. Het pand dateert uit 1929 en ligt door een dikke heg afgeschermd van de weg. Het andere monument is een vrijstaande burgerwoning aan de Molenweg 32 met scheef achter het huis een schuurtje dat in dezelfde stijl is gebouwd. Beide gebouwen dateren uit de 30-er jaren van de vorige eeuw.
De bescherming van deze monumenten is afdoende geregeld in de monumentenverordening.

4.2.3 Archeologie

In het plangebied zijn verschillende archeologische verwachtingswaarden aanwezig. Zo hebben het woongebied tussen de Molenweg en de Paasloweg en twee kleine gebieden tussen de Reigershofweg en de Parallelweg een hoge archeologische verwachting. Deze gebieden zijn op de kaart in oranje aangegeven. Het gebied ten zuiden van de Paasloweg heeft een middelhoge archeologische verwachting (in geel op de kaart aangegeven). Het gebied ten noorden van de Molenweg heeft een lage archeologische verwachting (in groen op de kaart aangegeven) .

afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00060-0003_0007.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0243.BP00060-0003_0008.jpg"

Conform het archeologiebeleid zijn in het gebied met een hoge archeologische verwachting bodemingrepen met een omvang groter dan 100 m² en dieper dan 0,3 meter belast met een onderzoeksplicht. In het gebied met een middelhoge archeologische verwachting zijn bodemingrepen groter dan 1.000 m² en dieper dan 0,3 meter belast met een onderzoeksplicht. En voor het gebied met een lage archeologische verwachting geldt de onderzoeksplicht vanaf bodemingrepen groter dan 5.000 m² en dieper dan 0,3 meter. Dit gebeurt door het opleggen van een dubbelbestemming "Waarde archeologie" met bijbehorende bouwregels en de verplichting te beschikken over een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde (aanlegvergunning).


Het voorliggende bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die het verstoren van de ondergrond mogelijk maken. Om die reden is archeologisch onderzoek in kader van dit bestemmingsplan achterwege gebleven.