Plan: | Hierden Bosch |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0243.BP00060-0003 |
In de 13e eeuw begint de geschiedenis van Hierden. De buurt Hyrde werd al in 1231 genoemd in een brief van Graaf Otto III van Nassau, 7e Graaf van Gelre en Zutphen. In het jaar 1331 krijgt Hierden de titel Dorp. Rond 1440 begon men in Hierden land te ontginnen en werd de strijd aangegaan met zandverstuivingen. Vanaf 1450 behoorde Hierden tot de zogenoemde stadsvrijheid van Harderwijk, het gebied waar deze stad recht over sprak. Ook kerkelijk hoorde Hierden bij Harderwijk. Pas in 1658 kreeg het dorp een eigen kerkje.
In de 15e en 16e eeuw nam de bevolking sterk toe. Uit een overeenkomst uit de 16e eeuw weten we dat “de Duynen” ook bewoond waren. Er wordt gesproken van een erf met huis, hof, schuur en schaapskooi. Akkerlanden werden in steeds kleiner wordende percelen aan steeds meer boeren verpacht. In de 17eeeuw was akkerbouw bepalend voor dit gebied. Hierden leverde veel landbouwproducten aan de Harderwijkse bevolking. Hierden was een agrarische gemeenschap; boerderijen bepalen nog voor een groot deel het dorpsbeeld.
In de 20e eeuw vindt er een verdere verdichting plaats van met name het gebied ten noorden van de Molenweg. Tot eind jaren zestig van de vorige eeuw was centraal in dit gebied nog een deel van de gronden bestemd voor zomerhuisjes. De vereiste terreingrootte per zomerhuisje bedroeg toen 1.000 m². Omdat deze bestemming niet aan zijn doel had beantwoord is de recreatieve bestemming in 1968 gewijzigd naar een woonbestemming en is de minimale grondoppervlakte verhoogd naar 2.500 m². Om een betere verkaveling van de grond te krijgen is dit in 1975 teruggebracht tot 2.100 m². Als gevolg hiervan is een dichtere bebouwing ontstaan. Ook is veelvuldig gebruik gemaakt van de in het bestemmingsplan opgenomen ontheffingsmogelijkheid om 10% te kunnen afwijken van de minimale kaveloppervlakte van 2.100 m². Hierdoor liggen er ook kavels met een oppervlakte van 1.890 m² in het gebied.
Historisch gezien kenden de wegen een gemiddelde breedte van circa 3,5 meter. In verband met de landschappelijke aankleding van het gebied zijn de wegen niet breder gemaakt dan strikt noodzakelijk was. Om het karakter van het gebied te behouden zijn de Engelsweg, Reigershofweg en de Kieftweg onverhard gebleven.