direct naar inhoud van 6.2 Artikelsgewijze toelichting
Plan: Binnenstad - Horecavoorziening Hortuspark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0243.BP00057-0004

6.2 Artikelsgewijze toelichting

De regels in dit bestemmingsplan zijn samengesteld vanuit diverse bronnen. Als vertrekpunt is de Standaard Handboek Harderwijk, versie 2011-06 gehanteerd. Voor de inhoud van de horecabestemming is aangesloten bij het bestemmingsplan Binnenstad.

Horeca (artikel 3)

De gronden hebben de bestemming 'Horeca' gekregen. De gronden met deze bestemming mogen uitsluitend gebruikt worden voor horecabedrijven in de categorie B1. Dit zijn bedrijven die hoofdzakelijk etenswaren bereiden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit de verstrekking van alcoholische en/of niet alcoholische dranken. De maximale bouwhoogte van het paviljoen mag niet meer bedragen dan 4 meter.


Groen (artikel 4)

Deze bestemming regelt het gebruik van de gronden die direct aansluiten aan het paviljoen. In het bestemmingsplan Binnenstad was aansluitend aan de muur nog een bouwvlak voor een serre opgenomen. Omdat dit bouwvlak nu komt te vervallen is ter plaatse de bestemming 'Groen' opgenomen. Het artikel maakt een breed gebruik van de bestemming 'Groen' mogelijk. Binnen deze bestemming mogen in principe alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van 4 meter worden gebouwd. (Voor de uitzonderingen zie de algemene afwijkingsregels.)

Er is geen specifieke regeling voor de plaatsing van parasols op terrassen opgenomen, zoals in het bestemmingsplan Binnenstad wel is gedaan. De reden hiervoor is dat we de plaatsing van terrassen bij de tegen de monumentale kloostermuur gelegen groenbestemming in dit bestemmingsplan niet wenselijk vinden. Op de gronden ten zuiden van het paviljoen mogen parasols conform de vigerende regeling worden gerealiseerd. Deze gronden vallen namelijk buiten het voorliggende plangebied. Dit houdt in dat parasols geen grotere hoogte en/of grotere diameter dan 4 meter mogen hebben. Daarnaast mag ten hoogste 25% van het terras worden bedekt met parasols.

Waarde - Archeologie (artikel 5)

Voor de bescherming van mogelijk archeologische waarden in het plangebied is deze dubbelbestemming opgenomen. Het betreft de gebieden die op de Archeologische Verwachtingskaart en aangeduid zijn als archeologisch waardevol gebied. Hiervoor geldt een onderzoeksplicht bij gebieden groter dan 30 m².

Waarde - Cultuurhistorie (artikel 6)

Omdat het plangebied ligt binnen het Beschermd Stadsgezicht van Harderwijk hebben de gronden de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' gekregen. De gronden zijn naast respectievelijk de bestemmingen 'Horeca' en 'Groen' tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van het cultuurhistorische karakter van de binnenstad. Op of in deze gronden mogen, buiten de bebouwing die is toegestaan binnen deze bestemmingen, geen bouwwerken worden gebouwd.

Anti-dubbeltelregel (artikel 7)

Deze regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van bebouwing te voorkomen. Dit zou zich kunnen voordoen wanneer een deel van een bouwperceel dat al bij de berekening van het maximale bebouwingspercentage was betrokken opnieuw bij zo'n berekening, maar nu ten behoeve van een ander bouwperceel, wordt betrokken.

Algemene afwijkingsregels (artikel 8)

Op basis van artikel 3.6 Wro is aan burgemeester en wethouders een ontheffingsbevoegdheid toegekend voor een aantal met name genoemde vrijstellingen.

Wanneer de verbeelding licht afwijkt van de werkelijke afmetingen in het terrein kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen van het plan. De regeling geeft de voorwaarden aan waaronder een dergelijke ontheffing kan worden verleend.

Ook afwijkingen (maximaal 10%) van de in de planregels opgenomen of op de verbeelding aangegeven afmetingen kunnen met behulp van deze algemene ontheffingregel mogelijk worden gemaakt. Deze ontheffing geldt niet voor aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen.


Overgangs- en slotregels (artikelen 9 en 10)

In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een algemeen geldende regeling opgesteld, die in elk bestemmingsplan moet worden opgenomen. Gekozen is voor een regeling in een aantal standaardbepalingen. De eerste standaardbepaling heeft betrekking op het overgangsrecht ten aanzien van bouwmogelijkheden, de tweede op het overgangsrecht ten aanzien van (andere) gebruiksmogelijkheden van de grond (gebruik in enge zin). Deze onderscheiding is klassiek binnen het ruimtelijk bestuursrecht. Gekozen is voor een zo min mogelijk uiteenlopende aanpak van beide onderdelen van het overgangsrecht in bestemmingsplannen, ten aanzien van de peildatum. Dat is het tijdstip dat als ijkpunt wordt aangehouden bij de vaststelling van de feitelijke en juridische situatie waarvan zal worden uitgegaan bij het vaststellen van de uit het overgangsrecht ten aanzien daarvan voortvloeiende rechten en verplichtingen. In beide artikelen is als peildatum gekozen voor het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan waarvoor het overgangsrecht geldt. Voor een verdere interpretatie van het overgangsrecht wordt verwezen naar de Memorie van toelichting bij het Bro.