direct naar inhoud van Artikel 9 Waarde - Archeologie (dubbelbestemming)
Plan: Dorpsstraat-Mariëndaal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0241.BPDorpmariendaal-GVS1

Artikel 9 Waarde - Archeologie (dubbelbestemming)

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde – Archeolgie aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:

  • a. de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden;

9.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
9.2.1

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde – Archeologie zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • c. het bebossen van gronden;
  • d. het ophogen, afgraven en egaliseren van gronden;
  • e. de bodem verlagen;
  • f. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,40 m, waartoe ook gerekend wordt woelen en draineren;
  • g. het tot stand brengen van en/of in exploitatie brengen van voor- en pompputten;
  • h. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem.

9.2.2

Het verbod als bedoeld in 8.2.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. die een oppervlakte van 100 m2 of minder omvatten;
  • b. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een vergunning is verleend;
  • c. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren en waarvoor tot het van kracht worden van het bestemmingsplan geen vergunning vereist was;
  • d. welke betreffen het normale onderhoud;

9.2.3

De in 8.2.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct het indirect te verwachten gevolgen het behoud van de archeologische informatie niet in het geding komt. Hiertoe dient een ter zake deskundige te worden gehoord.