Buitengebied Groesbeek
Status: | Onherroepelijk |
Identificatie: | NL.IMRO.0241.BPBuitengebied-GVS2 |
Plantype: | gemeentelijke overheid/bestemmingsplan |
Artikel 16 Wonen
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
burgerwoningen;
een recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding ‘recreatiewoning’;
agrarische nevenactiviteiten ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – agrarische nevenactiviteit’;
een bijzondere woonvorm ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – bijzondere woonvorm’;
een iconengalerie ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – ikonengalerie’;
een kantoor in vrijstaande bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kantoor 1' en 'specifieke vorm van wonen - kantoor 2';
een meergezinshuis ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – meergezinshuis’;
een toegangsweg ten behoeve van woningen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – toegangsweg’;
een villa ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen - villa’;
beroep of dienstverlening aan huis;
een bed&breakfast;
paden, wegen en parkeervoorzieningen;
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
groenvoorzieningen;
nutsvoorzieningen.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Woningen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende voorwaarden:
Per bestemmingsvlak, indien een bouwvlak aanwezig is per bouwvlak, mag het aantal woningen niet meer bedragen dan één, met uitzondering van ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ waar het aantal woningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven.
De woningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de bestaande woning, met dien verstande dat indien een bouwvlak is opgenomen, de woning uitsluitend binnen dat bouwvlak gebouwd mag worden.
Indien tussen bestemmingsvlakken de aanduiding ‘relatie’ is aangegeven worden deze bestemmingsvlakken aangemerkt als één bestemmingsvlak.
De inhoud van een woning mag niet meer bedragen dan 750 m³. Indien de bestaande inhoud reeds meer bedraagt, geldt deze bestaande inhoud als de maximum toegestane inhoud. Ter plaatse van de aanduiding ‘maximum volume (m3)’ geldt de aangegeven inhoud.
Ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ mag de gezamenlijke inhoud van de woningen niet meer bedragen dan de bestaande inhoud.
De oppervlakte van een bijzondere woonvorm ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen - bijzondere woonvorm’ mag niet meer bedragen dan 875 m².
De oppervlakte van een meergezinshuis ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – meergezinshuis’ mag niet meer bedragen dan 900 m² .
De inhoud van een villa ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen - villa’ mag niet minder bedragen dan 850 m³ en niet meer bedragen dan 1.700 m³.
De goothoogte van een woning mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’.
De bouwhoogte van een woning mag niet meer bedragen dan 11 m, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’.
De bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – bijzondere woonvorm’ mag niet meer bedragen dan 13,5 m;
De dakhelling van een woning mag niet minder bedragen dan 25º ;
In afwijking van het bepaalde in lid l mag de dakhelling van villa’s ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – villa’ niet minder bedragen dan 25º en niet meer bedragen dan 60º.
Kelders en souterrains zijn toegestaan onder de woning en bijbehorende bouwwerken, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De kelder mag niet dienen als verblijfruimte.
De kelder en het souterrain mogen maximaal één bouwlaag diep zijn.
De afstand tot de perceelsgrenzen mag niet minder bedragen dan 3 m.
16.2.2 Bijbehorende bouwwerken en overkappingen
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende voorwaarden:
Bijbehorende bouwwerken mogen niet worden opgericht voor de voorgevellijn van de woning en ter plaatse van de aanduiding ‘bijgebouwen’ uitsluitend ter plaatse van deze aanduiding.
De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 80 m², tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum oppervlakte (m2)’.
Ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ mag de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij de woningen niet meer bedragen dan 80 m².
Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – agrarische nevenactiviteit’ zijn bestaande gebouwen toegestaan ten behoeve van de agrarische nevenactiviteit, waarbij de oppervlakte niet mag worden vergroot.
In uitzondering op het bepaalde in lid d mag ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – opslag van landbouwwerktuigen en - materialen’ de extra oppervlakte ten behoeve van de opslag van tractor en landbouwwerktuigen en - materialen niet meer bedragen dan 100 m².
De goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,3 m.
In afwijking van het bepaalde in lid f mag de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bij een villa ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – villa’ niet meer bedragen dan 3,85 m.
De bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 6,5 m.
In afwijking van het bepaalde in lid h mag de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van de agrarische nevenactiviteit ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van wonen - agrarische nevenactiviteit’ niet meer bedragen dan 9 m.
In afwijking van het bepaalde in lid h mag de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen - meergezinswoning’ niet meer bedragen dan 6,5 m.
In afwijking van het bepaalde in lid h mag de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bij een villa ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – villa’ niet meer bedragen dan 8,5 m.
16.2.3 Recreatiewoning
Voor het bouwen van een recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding ‘recreatiewoning’ gelden de volgende voorwaarden:
De bestaande recreatiewoning mag behouden blijven op de bestaande locatie en in maximaal de bestaande omvang.
16.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende voorwaarden:
De bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevellijn van de woning niet meer mag bedragen dan 1 m.
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 6 m.
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.3.1 Herbouw woning op andere locatie
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 onder b voor herbouw op een ander locatie, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
De herbouw dient plaats te vinden binnen het bestemmingsvlak.
De herbouw dient noodzakelijk te zijn op grond van wet- en regelgeving of indien dit leidt tot een landschappelijke, stedenbouwkundige, of milieuhygiënische verbetering.
De herbouw mag geen aantasting veroorzaken van omliggende natuur-, landschaps-, cultuurhistorische of hydrologische waarden.
16.3.2 Herbouw bijbehorende bouwwerken
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 16.2.2 voor een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken door herbouw van bijbehorende bouwwerken, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
Voor zover bijbehorende bouwwerken worden gesloopt, geldt dat:
Indien bijbehorende bouwwerken de totale toegestane oppervlakte van 80 m² overschrijden maar beneden een totale oppervlakte blijven van 200 m², mag 80 % van de inhoud van deze bijbehorende bouwwerken worden teruggebouwd.
Indien bijbehorende bouwwerken worden gesloopt, welke de totale oppervlakte van 200 m² overschrijden maar beneden een totale oppervlakte blijven van 400 m², mag 70 % van de inhoud van deze bijbehorende bouwwerken worden teruggebouwd.
Indien bijbehorende bouwwerken worden gesloopt, welke de totale oppervlakte van 400 m² overschrijden, mag 60 % van de inhoud van deze bijbehorende bouwwerken worden teruggebouwd.
Naast de hiervoor aangegeven voorwaarden, gelden de volgende algemene voorwaarden:
De oppervlakte van de nieuw te bouwen bijbehorende bouwwerken mag niet groter zijn dan de oppervlakte van de te slopen bijbehorende bouwwerken.
De bouw- en goothoogte van de nieuw te bouwen bijbehorende bouwwerken mag niet hoger zijn dan de grootste goot- en bouwhoogte van het hoogste te slopen bijbehorende bouwwerk.
16.3.3 Groter bebouwd oppervlak bijzondere woonvorm
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 onder e voor het vergroten van het maximaal toegestane oppervlak voor het hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – bijzondere woonvorm’, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
Uitbreiding is toegestaan tot maximaal 1.005 m².
De uitbreiding mag niet dienen voor nieuwe activiteiten.
De verkeersaantrekkende werking mag niet toenemen;
Het parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein
De woning mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering/ bedrijfsontwikkeling van omliggende agrarische bedrijven.
De uitbreiding dient hydrologisch neutraal zijn. Hiervoor wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder.
16.4 Specifieke gebruiksregels
16.4.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt naast het bepaalde in artikel 25.1 in ieder geval verstaan het gebruik voor permanente bewoning ter plaatse van de aanduiding ‘recreatiewoning’.
16.4.2 Bed&Breakfast
Binnen deze bestemming is een Bed&Breakfast voorziening bij woningen toegestaan, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
De woonfunctie als hoofdfunctie blijft behouden.
Bed&Breakfast voorzieningen zijn toegestaan binnen de bestaande woning en bijbehorende bouwwerken.
Het aantal logeereenheden mag niet meer bedragen dan 2 per woning.
De totale oppervlakte aan logeereenheden mag niet meer bedragen dan 70 m².
De voorziening dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.
Het betreft geen zodanige verkeersaantrekkende activiteit, die kan leiden tot nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van verkeer.
Het parkeren plaatsvindt op eigen terrein.
16.4.3 Ikonengalerie
Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – ikonengalerie’ is een iconengalerie toegestaan met een maximale oppervlakte van 80 m² in de woning.
16.4.4 Kantoor
De oppervlakte aan kantoor ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kantoor 1' mag niet meer bedragen dan 90 m² en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kantoor 2' niet meer dan 60 m², uitsluitend in bijbehorende bouwwerken.
16.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.5.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding ‘groen’ de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
het verwijderen van houtopstanden en/of afschermende groenvoorzieningen.
16.5.2 Uitzonderingen
Het in lid 16.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden voorzover:
het werkzaamheden betreft waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een aanleg- of omgevingsvergunning is verleend;
voorzover het werkzaamheden betreft die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
de werken en werkzaamheden het normale beheer betreffen.
16.5.3 Toelaatbaarheid
De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de afschermende groenvoorzieningen.
16.6 Wijzigingsbevoegdheid
16.6.1 Splitsing burgerwoningen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen ten behoeve van de splitsing van vrijstaande burgerwoningen in maximaal twee woningen, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
De bouwmassa van de te splitsen woning dient een minimale inhoud te hebben van 900 m³.
Bij splitsing mogen maximaal twee volwaardige woningen ontstaan.
Na splitsing mogen de twee woningen niet worden gesloopt en worden vervangen voor twee vrijstaande woningen.
De inhoud, goot- en bouwhoogte mag niet worden vergroot.
De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij de woningen niet meer bedragen dan 80 m².
De woning mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering/ bedrijfsontwikkeling van omliggende agrarische bedrijven.
De woning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.