Plan: | Gellicum 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0236.GELLgellicum2009-VGS1 |
De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de daarbij behorende voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding "groen" zijn de gronden uitsluitend bestemd voor (openbare) groenvoorzieningen, water, paden en inritten, straatmeubilair en speelvoorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding "speelvoorziening" zijn de gronden uitsluitend bestemd voor groenvoorzieningen en beplanting alsmede een speelterrein met bijbehorende speelvoorzieningen.
Bestaande openbare nutsgebouwen mogen worden gehandhaafd.
Onder behoud, beheer en herstel van het karakteristieke beeld wordt in ieder geval het volgende verstaan:
De inrichting van de Vlietskant/Kerkweg met de centraal hierin gelegen groenzone, markeert de locatie van de oude watergang en het historisch gevormde profiel. Het beleid voor de openbare ruimte van de Vlietskant/Kerkweg zal met name gericht moeten zijn op het behoud, beheer en herstel van dit historisch beeld. Het aanleggen van parkeer- of andere verhardingen in de centrale groene zone van de Vlietskant/Kerkweg is niet gewenst. De overige wegen in het plangebied hebben een informeel en dorps karakter met een rijprofiel dat overgaat in bermkanten. Met name de Laageindseweg dient dit karakter te behouden. De Hoogeindseweg heeft aan de bebouwde zijde een aanstrating voor parkeren. Het profiel van de Lingedijk wordt gekarakteriseerd door een smalle rijverharding die overgaat in bermen en in aansluiting op de dijkbebouwing in bermen, stoepen en soms grindverhardingen.
Uitsluitend mogen bouwwerken worden opgericht ten dienste van de bestemming.
Voor openbare nutsgebouwen gelden de volgende maatvoeringseisen:
Andere bouwwerken mogen ten dienste van deze bestemming aanwezig zijn, mits de hoogte niet meer dan 1,25 m bedraagt, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 8.2.3, ten aaanzien van de gestelde maximale hoogte en maximale oppervlakte voor andere bouwwerken, mits de hoogte na ontheffing niet meer dan 4 m bedraagt en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden genoemd in 8.1.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 8.1.2 onder a, teneinde de overige in 8.1.1 genoemde doeleinden toe te staan, mits: