direct naar inhoud van Artikel 16 Waterstaat - Waterlopen
Plan: Veldwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0233.BPveldwijk-0401

Artikel 16 Waterstaat - Waterlopen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het in standhouden van de A-watergang.

16.2 Bouwregels

Op de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden uitsluitend nieuwe bouwwerken ten dienste van het beheer van de A-watergang worden opgericht.

16.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan in het belang van de zorg worden afgeweken van het bepaalde in artikelĀ 16.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, indien vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning het waterhuishoudkundig belang niet onevenredig wordt aangetast alsmede omtrent eventueel aan de vergunning te verbinden voorwaarden.

16.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van bouwwerken in verband met het waarborgen van de waterbergende functie van gronden.

16.5 Specifieke gebruiksregels

Als strijdig gebruik geldt het gebruik van de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden

  • a. voor teelten die mest en bestrijdingsmiddelen gebruiken, met dien verstande dat bestaand gebruik mag worden voortgezet;
  • b. op een wijze die leidt tot het belemmeren van de tijdelijke berging van water.
16.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.6.1 Omgevingsvergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikelĀ 16.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.
16.6.2 Toetsingscriterium

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.6.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen het waterhuishoudkundig belang blijvend onevenredig wordt geschaad en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden, waarbij vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen.

16.6.3 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.6.1 is nodig voor het uitvoeren van:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende omgevingsvergunning.