direct naar inhoud van Artikel 22 Algemene wijzigingsregels
Plan: Bedrijventerrein Veldzicht 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0233.BPbtveldzicht2012-0401

Artikel 22 Algemene wijzigingsregels

22.1 Algemeen

In afwijking van de desbetreffende bepalingen van het plan kan het bevoegd gezag omgevingsvergunning verlenen voor geringe afwijkingen van de in het plan aangegeven bestemmingsgrens, van het beloop of het profiel van een weg, alsmede van de vorm van bouwvlakken voor zover zulks bij de definitieve uitmeting, bij de verkaveling of bij de nadere detaillering noodzakelijk en/of wenselijk is, mits de genoemde afwijkingen niet meer van 10% bedragen.

22.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wro, de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen ten behoeve van de realisering van een werklandschap, waar bedrijven, bedrijfswoningen, extensieve recreatie en natuur is toegestaan en waarbij de volgende criteria in acht moeten worden genomen:

  • a. uitsluitend bedrijfsactiviteiten in de categorie A en B, zoals opgenomen in bijlage 2 "de staat van bedrijfsactiviteiten functiemenging", zijn toegestaan;
  • b. de nieuwe functie dient in het kader van milieuzonering inpasbaar te zijn;
  • c. de nieuwe functie dient op een aanvaardbare wijze landschappelijk te kunnen worden ingepast;
  • d. het bebouwingspercentage per bouwperceel bedraagt niet meer dan 25%;
  • e. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 7 m;
  • f. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • g. in de zone van 2 keer 17,5 m aan weerszijde van de 50 kV-lijn is alleen bebouwing toegestaan als de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en de leidingbeheerder vooraf wordt gehoord.
  • h. de niet bebouwde gronden hebben een openbaar karakter;
  • i. indien er sprake is van een bedrijfswoning moet de bedrijfswoning inpandig in de bedrijfsbebouwing wordt gerealiseerd;
  • j. wegen en parkeervoorzieningen zijn ondergeschikt elementen in het landschap;
  • k. geluidgevoelige functies voldoen aan de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder ten aanzien van wegverkeerslawaai en railverkeerlawaai of een vastgestelde hogere waarde;
  • l. bodemsanering moet blijkens een bodemonderzoek niet noodzakelijk zijn of moet reeds hebben plaatsgevonden;
  • m. de inrichting van de gronden draagt bij aan het behoud, herstel /of de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurlijke waarde.
  • n. in deze zone van 2 keer 25 m aan weerszijde van de 50 kV-lijn (magneetveldzone) mogen geen nieuwe gevoelige bestemmingen, zijnde woningen, scholen, crèches en kinderdagverblijven worden toegestaan;
  • o. de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden mogen niet worden beperkt;
  • p. de uitvoerbaarheid van het plan dient te zijn aangetoond;
  • q. uit het wijzigingsplan moet blijken, dat de bestemming op grond van een verantwoording van het groepsrisico verantwoord is;
  • r. geluidwallen/schermen zijn toegestaan tot een hoogte van 5 meter.
22.3 Wro-zone - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wro, de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 2'  te wijzigen ten behoeve van de bestemmingen Wonen en Tuin waarbij de volgende criteria in acht moeten worden genomen:

  • a. op het perceel mag één woning worden gebouwd;
  • b. de voormalige noodwoning op het perceel, met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen- wonen toegestaan ' dient gesloopt te worden
  • c. in een anterieure overeenkomst tussen de gemeente en initiatiefnemer zal alvorens tot wijziging overgegaan wordt bepaald worden op welk moment de voormalige noodwoning gesloopt dient te zijn;
  • d. de bestemming Wonen mag niet meer dan 25% van het totale perceel omvatten, het overige deel krijgt de bestemming tuin;
  • e. de goothoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • f. de nokhoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 8 m;
  • g. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 400 m3;
  • h. het bouwvlak en de voorgevel van de woning dienen parallel aan de “Brinkhorst” te worden geplaatst;
  • i. de afstand van het bouwvlak tot aan de “Brinkhorst” en tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 2 meter bedragen;
  • j. het bouwvlak van de woning mag zich niet in de zone van 2 keer 25 m aan weerszijde van de 50 kV-lijn (magneetveldzone) bevinden;
  • k. in de zone van 2 keer 17,5 m aan weerszijde van de 50 kV-lijn is alleen bebouwing toegestaan als de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en de leidingbeheerder vooraf wordt gehoord;
  • l. bodemsanering moet blijkens een bodemonderzoek niet noodzakelijk zijn of moet reeds hebben plaatsgevonden;
  • m. de uitvoerbaarheid van het plan dient te zijn aangetoond.