direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijk
Plan: Bedrijventerrein Veldzicht 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0233.BPbtveldzicht2012-0401

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning': maximaal 1 zorgwoning;
  • c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dagopvang': dagbesteding;

met de daarbijbehorende:

  • d. paardenstal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenstal', voor de stalling van maximaal 5 paarden;
  • e. ondergeschikte detailhandel in streekproducten;
  • f. groenvoorzieningen en landschappelijk beplanting;;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. paardenbak, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenbak;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.2 Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 9.1 omschreven bestemmingen, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

9.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • c. In afwijking van het bepaalde onder a gelden voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak de volgende bepalingen:
    • 1. de maximale goothoogte bedraagt 3 m;
    • 2. de maximale bouwhoogte bedraagt 5 m;
    • 3. de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 20 m2;
  • d. de oppervlakte van de zorgwoning mag niet meer bedragen dan 250 m2.
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met uitzondering van:

  • a. erfafscheidingen gesitueerd vóór de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de bouwhoogte maximaal 1 m bedraagt;
  • b. erfafscheidingen gesitueerd achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de bouwhoogte maximaal 2 m bedraagt;
  • c. vlaggenmasten, waarbij de bouwhoogte maximaal 6 m bedraagt.
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van een paardenbak, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenbak' onder voorwaarde dat:
    • 1. de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer bedraagt dan 1,5 m;
    • 2. de bouwhoogte van lichtmasten niet meer bedraagt dan 6 m;