direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Bedrijventerrein Veldzicht 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0233.BPbtveldzicht2012-0401

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag en transport', uitsluitend stalling en transport van auto's;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier', uitsluitend een hoveniersbedrijf;
  • c. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', uitsluitend opslag die inpandig dient plaats te vinden;

met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, groenvoorzieningen, tuinen en erven.

4.2 Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 4.1 omschreven bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • c. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 m.
4.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 600 m3;
  • d. voor de bij de bedrijfswoning behorende bouwwerken gelden de volgende regels:
    • 1. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 m bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de bestaande bouwhoogte van de bedrijfswoning minus 2 m;
    • 3. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet dan 5 m bedragen;
    • 4. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning bedraagt maximaal:
      • 15% van de perceelsgrootte voor percelen kleiner dan 500 m2;
      • 100 m2 voor percelen groter dan 500 m2;
      • 150 m2 voor percelen groter dan 1.000 m2;
      • 200 m2 voor percelen groter dan 3.000 m2;
      • met dien verstande dat het bebouwingspercentage van het achtererfmaximaal 50% bedraagt.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen, waarbij de bouwhoogte maximaal 2 m bedraagt;
    • 2. reclamezuilen, waarbij de bouwhoogte maximaal 2,5 m bedraagt en per bedrijfsperceel maximaal 1 reclamezuil is toegestaan;
    • 3. luifels, plastische kunstwerken en pergola's, waarbij de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedraagt;
    • 4. palen, masten, erkers- en ander tekens en technische installaties, waarbij de bouwhoogte maximaal 10 m bedraagt;
4.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden en bouwwerken voor:

  • a. (grootschalige)detailhandelsbedrijven, behoudens ondergeschikte detailhandel als nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten;
  • b. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
  • c. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • d. vuurwerkbedrijven, met uitzondering van detailhandel in consumentenvuurwerk;
  • e. grow-, smart- en coffeeshops;
  • f. horecabedrijven en daarmee gelijk te stellen bedrijven, met uitzondering van ondergeschikte horeca-activiteiten ten dienste van de bestemming;
  • g. kantoren, uitgezonderd kantoren als ondergeschikt onderdeel van een ter plaatse aanwezig bedrijf;
  • h. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
  • i. m.e.r.-plichtige en m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten;
  • j. seksinrichtingen;
  • k. verkoop van motorbrandstoffen;
  • l. wonen en kamerverhuur.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 onder a:

  • a. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals in 4.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten in één categorie hoger, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, technische voorzieningen of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in 4.1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

met dien verstande dat:

  • 1. onderzoek aantoont dat de bedoelde activiteiten qua milieubelasting kunnen worden gelijkgesteld met de krachtens de bepalingen van dit plan ter plaatse toelaatbare categorie bedrijfsactiviteiten;
  • 2. het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast;
  • 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • 4. risicovolle inrichtingen en geluidszoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan.