direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen
Plan: Bedrijventerrein Veldzicht 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0233.BPbtveldzicht2012-0401

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in woonhuizen;
  • b. ruimte voor een aan huis gebonden beroep dan wel voor een aan huis gebonden bedrijf dat is genoemd in de lijst van niet-publiekgerichte bedrijfsmatige bedrijven aan huis dan wel een bedrijf dat daarmee qua aard, omvang en invloed vergelijkbaar is;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - tandartspraktijk', tevens een tandartspraktijk;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenstal' is een paardenstal toegestaan voor de stalling van maximaal 5 paarden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - mantelzorg': mantelzorg en bijbehorende bebouwing;
  • f. behoudend wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen toegestaan', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding maximaal één woning is toegestaan;
  • g. tuinen en erven;

met de daarbijbehorende:

  • h. gebouwen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • j. wegen en paden
  • k. parkeervoorzieningen;
  • l. tuinen en erven;
  • m. in- en uitritten;
  • n. water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
14.2 Bouwregels

Op de voor Wonen aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van bestemming.

14.2.1 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. een woonhuis moet vrijstaand worden gebouwd, waarbij per bouwvlak maximaal 1 vrijstaande woning is toegestaan;
  • c. in afwijking van hetgeen onder b is bepaald, zijn ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' uitsluitend twee-aaneen gebouwde woningen toegestaan;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b. geldt dat ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ het aantal te bouwen woonhuizen niet meer mag bedragen dan dit aantal;
  • e. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • f. het is niet toegestaan om hoofdgebouwen te splitsen in meerdere woningen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - mantelzorg' is bebouwing ten behoeve van een mantelzorgwoning toegestaan;
  • h. de maximale bouwhoogte voor bebouwing ten behoeve van mantelzorg bedraagt 3,25 m.
14.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 2 m bedragen, tenzij het betreft (hoek-)erkers over maximaal de halve breedte van het hoofdgebouw, waarvoor geldt dat deze zijn toegestaan tot een afstand van 1 m vóór de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 1 m bedragen, tenzij in de perceelsgrens wordt gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw bedraagt maximaal:
    • 1. 15% van de perceelsgrootte voor percelen kleiner dan 500 m2;
    • 2. 100 m2 voor percelen groter dan 500 m2 ;
    • 3. 150 m2 voor percelen groter dan 1.000 m2 ;
    • 4. 200 m2 voor percelen groter dan 3.000 m2 ;
    • 5. met dien verstande dat het bebouwingspercentage van het achtererf maximaal 50% bedraagt. Bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken worden meegerekend de gebouwen zoals bedoeld in artikel 11.2.2;
  • d. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de bestaande bouwhoogte van het hoofdgebouw minus 2 m;
  • f. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet dan 5 m bedragen.
14.2.3 Hoofdgebouwen behoudend wonen

Voor het bouwen van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen toegestaan' gelden in afwijking tot hetgeen bepaald in lid 14.2.1 de volgende bepalingen:

  • a. de woning, mag uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
  • c. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud;
  • d. onderbouw is niet toegestaan.
14.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij behoudend wonen

Bijbehorende bouwwerken zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen toegestaan' niet toegestaan, behoudens de bestaande legale bijbehorende bouwwerken.

14.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:

  • a. bij pergola's en soortgelijke constructies 3 m;
  • b. bij palen en masten, zoals vlaggenmasten 8 m;
  • c. bij erfafscheidingen op het voorerf 1 m;
  • d. bij overige erfafscheidingen 2 m;
  • e. bij overige bouwwerken geen gebouwen zijnde 3 m;
14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering, nokrichting, dakvorm, gevelindeling, gevelbreedte en parcelering van hoofdgebouwen, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. het beschermen van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid.
14.4 Afwijken van de bouwregels
14.4.1 Afwijken goothoogte

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.2.1 onder e. voor het verhogen van de goothoogte met maximaal 1 m, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
14.5 Specifieke gebruiksregels
14.5.1 Bewoning vrijstaande bijbehorende bouwwerken

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  • a. een gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor doeleinden van zelfstandige bewoning;
  • b. een gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor doeleinden van afhankelijke woonruimte, tenzij in de regels nadrukkelijk is toegestaan.
14.5.2 Aan huis gebonden beroep en bedrijf

Een aan huis gebonden beroep respectievelijk een aan huis gebonden bedrijf, dat is genoemd in de lijst van niet publiekgerichte bedrijfsmatige bedrijven aan huis dan wel een bedrijf dat daarmee qua aard, omvang en invloed vergelijkbaar is, is toegelaten met dien verstande dat:

  • a. ten hoogste 30% van de bruto vloeroppervlakte van een woning tot een maximum van 60 m2 mag worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep dan wel bedrijf. Daarbij mogen tevens bijbehorende bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van het aan huis gebonden beroep/bedrijf, met dien verstande dat de gezamenlijke voor het aan huis gebonden beroep/bedrijf te gebruiken oppervlakte per woning inclusief bijbehorende bouwwerken niet meer dan 100 m2 bedraagt;
  • b. de uitstraling van de woning intact blijft;
  • c. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefmilieu;
  • d. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
  • e. geen detailhandel is toegestaan;
  • f. het beroep uitsluitend door de bewoner wordt uitgeoefend.
14.6 Afwijken van de gebruiksregels
14.6.1 Afwijken afhankelijke woonruimte

Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 14.5.1 sub b ten behoeve van het gebruik van een bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. het gebruik noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg, hetgeen aangetoond dient te worden door een verklaring van een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige;
  • b. op het perceel al een woning aanwezig is;
  • c. de omgevingsvergunning niet meer dan één keer wordt verleend per woning;
  • d. er geen milieuhygiënische belemmeringen vanwege percelen van derden bestaan c.q. bestaande belemmeringen vanwege percelen van derden zijn opgeheven;
  • e. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast, met dien verstande dat de maximale voor afhankelijke woonruimte te benutten oppervlakte niet meer dan 85 m² mag bedragen.