Plan: | Centrum Vaassen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0232.VAA011CentrVaassen-VBP1 |
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, onverminderd het in deze regels bepaalde ten aanzien van de voor deze gronden geldende bestemmingen, mede bestemd voor het beschermen van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig en van zijn waarde als landschapsbepalend element.
Op de in artikel 19.1 bedoelde gronden mag binnen een straal van 325 m, gerekend vanaf het middelpunt van de molen, geen bebouwing worden opgericht hoger dan 11,0 m, waarbij geldt dat deze bouwhoogtemaat mag worden vermeerderd met 1/50 m voor elke meter dat de bouwwerken buiten de straal van 325 m worden gebouwd, tenzij een grotere bouwhoogte aanwezig is, in welk geval de bouwhoogte, zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mag worden.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 19.1.1 ten behoeve van het bouwen van hogere bouwwerken, waarbij het behoud van het goed functioneren door middel van windvang aangetoond moet worden, waartoe burgemeester en wethouders gehouden zijn aan de Ruimtelijke Verordening.
Het is verboden op of in de tot 'vrijwaringszone - molenbiotoop' aangeduide gronden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende andere-werken en/of werkzaamheden, geen normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden zijnde, uit te voeren:
De in artikel 19.1.3 bedoelde vergunning kan slechts worden verleend, indien door die werken het behoud van het goed functioneren door middel van windvang niet wordt geschaad, waartoe burgemeester en wethouders gehouden zijn aan de Ruimtelijke verordening.
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied 1' bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1, onder c voor het toestaan van nieuwe vestigingen van horeca op de eerste verdieping of daarboven.
Een in 19.2.1 genoemde omgevingsvergunning kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: