direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Centrum Epe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.EPE015CentrumEpe-VBP2

3.2 Provinciaal en regionaal beleid

De provinciale structuurvisie 2005 (voorheen het Streekplan geheten) geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkeling in de komende tien jaar en geeft de gemeente veel ruimte voor afwegingen in de planvorming. Het Gelders ruimtelijk beleid richt zich op:

  • de ruimtebehoefte regelen in regionaal verband;
  • de benodigde ruimte vinden, op een wijze die meervoudig gebruik stimuleert, duurzaam is en de regionale verscheidenheid versterkt.

Hierbij wordt gebruik gemaakt van de aanwezige identiteiten en ruimtelijke kenmerken. De structuurvisie is mede gebaseerd op de regionale structuurvisies van de verschillende regio’s binnen de provincie Gelderland. De gemeente Epe behoort al een aantal jaren bij de regio Stedendriehoek. Op de regionale visie wordt hieronder kort ingegaan.

In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreiding. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor is het onder meer belangrijk dat het stedelijk grondgebruik wordt geïntensiveerd, maar wel met behoud van karakteristieke elementen en zorgvuldig omgaan met open ruimten daarbinnen. Op de voorgaande beleidskaart van de structuurvisie is het plangebied aangewezen als ‘multifunctioneel gebied - bebouwd gebied 2000’.

Uitgangspunt van het Gelders kwalitatief woonbeleid is, dat de gemeenten (samenwerkend in de onderscheiden regio’s) voorzien in een aanbod aan woningen, dat past bij de geconstateerde regionale kwalitatieve woningbehoefte. Dit is vastgelegd in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP). Het Gelders kwalitatief woonbeleid richt zich zowel op bestaand bebouwd gebied (herstructurering, transformatie) als op nieuw stedelijk gebied (uitbreiding). Een belangrijk beleidsaccent is dat het aanbod aan woningen en woonmilieus beter moet aansluiten bij de voorkeuren van bewoners. Om deze reden bevordert de provincie vooral de realisatie van woningen voor onder meer starters en van onder meer het woonmilieu centrum-stedelijk.

Wat betreft wonen en werken wordt gesteld dat een groot deel van de werkgelegenheid te vinden is binnen woonkernen, met name in de sectoren detailhandel, horeca, dienstverlening. Van belang is voldoende ruimte te houden in met name stads- en dorpscentra om deze werkgelegenheid ook in de toekomst te kunnen accommoderen.

Conclusie

Onderhavig bestemmingsplan heeft voor een groot deel van het plangebied een beheersfunctie en daarmee een conserverend karakter. Dit betekent dat ter plaatse de bestaande ruimtelijke en functionele situatie is vastgelegd en wordt behouden. Het provinciaal beleid heeft dan ook geen directe invloed op dit conserverende deel van voorliggend bestemmingsplan.

Het bestemmingsplan biedt vooralsnog niet de mogelijkheid om projecten uit de structuurvisie Centrum Epe te realiseren.