direct naar inhoud van 2.1 Cultuurhistorie
Plan: Centrum Epe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0232.EPE015CentrumEpe-VBP2

2.1 Cultuurhistorie

Beleid

De gemeente heeft ten aanzien van cultuurhistorie op 11 februari 2010 een beleidsnota vastgesteld; 'Epe, historisch centrum van de Veluwe'. In deze nota wordt beschreven hoe de gemeente om gaat met haar ambities en welke beleid daarvoor gevoerd wordt. De uitvoering van het beleid vindt plaats met behulp van instrumenten, zoals een structuurvisie en bestemmingsplannen. Naast deze nota is er een cultuurhistorische profielschets voor de gehele gemeente opgesteld. Deze profielschets beschrijft de geschiedenis van Epe en haar belangrijkste cultuurhistorisch waardevolle objecten. Hoewel in de cultuurhistorische profielschets geen bijzondere aandacht aan de kern Epe en het onderhavige centrumgebied wordt besteed, wordt hierna ingegaan op de ontwikkeling van Epe en omgeving en de monumenten in het plangebied. In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is immers per 1 januari 2012 bepaald dat cultuurhistorie bij ruimtelijke plannen dient te worden gewogen als een volwaardig ruimtelijk belang. De aanpassing van het Bro is een uitvloeisel van de Beleidsbrief Modernisering van de Monumentenwet (MoMo).

Ontwikkeling van Epe en omgeving

Het landschap binnen de gemeente Epe is voor een groot deel gevormd in de voorlaatste IJstijd, het Saalien. Als gevolg van een grootte ijsmassa ontstond een stuwwal, de huidige Veluwe. Smeltwater van de Veluwe stroomde af richting het dal waar nu de IJssel ligt. Hierdoor is een gevarieerd landschap ontstaan dat geleidelijk afloopt. De vroegste bewoning dateert uit de Romeinse tijd. De overgang tussen de hoge zandgronden en de lager gelegen nattere gronden was voor agrariërs een gunstige plek om zicht te vestigen. In eerste instantie ontstonden de buurtschappen Epe en Vaassen in de vroege middeleeuwen gevolgd door nieuwe nederzettingen. Vaak waren dit niet meer dan gehuchten van enkele boederijen. In de volgende eeuwen werden verschillende vormen van landbouw bedreven waarvan nu nog steeds veel is te vinden in de vorm van enken en brinken. In de 18e en 19e eeuw worden de gronden steeds intensiever gebruikt voor akkerbouw waardoor ook steeds meer woeste gronden worden ontgonnen. Deze ontginningen krijgen door de introductie van kunstmest een flinke impuls. Een proces dat pas gestopt wordt in de jaren 60 van de vorige eeuw omdat men de resterende heidevelen en bossen wil behouden.

Door de landbouwcrisis aan het eind van de 19e eeuw ontstaat het 'veredelingsbedrijf', gericht op de verbouwing van voedselgewassen. Akkers worden vanaf dan alleen nog ingezaaid met gras of maïs. Dit is nu nog steeds kenmerkend voor het huidige landschap. Na de Tweede Wereldoorlog wordt ingezet op schaalvergroting.

Naast de landbouw worden vanaf de 16e eeuw de vele beken in de omgeving gebruikt voor het aandrijven van watermolens. Een ingenieus systeem van meerdere watermolens achter elkaar leidt tot de ontwikkeling van papier- en koperindustrie en vormt daarmee een belangrijke factor in de bewonings- en economische geschiedenis.

Vanaf de 19e eeuw kon niet meer worden geconcurreerd met nieuwe fabrieken waardoor de watermolens verdwenen. Een nieuwe industrie in de vorm van wasserijen ontstond welke tot op de dag van vandaag aanwezig is.

Epe

Centraal in Epe staat de dorpskerk uit de 15e eeuw, op het kruispunt van de Hoofdstraat, Stationsstraat en Beekstraat. Langs deze wegen ontstond het centrum van Epe. In eerste instantie was er vooral lintbebouwing. De bebouwing is overwegend kleinschalig. In de loop der jaren zijn op veel plekken inbreidingen gerealiseerd. Eerst werd er vooral gewoond in het centrum, later ligt de nadruk vooral op ambachten en detailhandel.

De bebouwingslinten ziijn later opgenomen in nieuwe wijken rond het centrum. De oorspronkelijk samenhang is op basis van het wegennet nog herkenbaar, maar bestaat slechts uit fragmenten. De linten zelf hebben een meer open structuur dan het centrum met veel vrijstaande bebouwing. De bebouwing wordt gekenmerkt door een bouwlaag met zadeldak, met de nokrichting dwars op de weg.

Verder van het centrum, aansluitend aan de dorpslinten werden nieuwe uitbreidingen gerealiseerd. Binnen het plangebied zijn vooral de parkachtige woongebieden aanwezig. Dit zijn gebieden waar tussen de woningen veel groen aanwezig is. Ten noorden van het centrum zijn de woningen voornamelijk vrijstaand gebouwd, zowel thematisch als individueel. Deze woningen werden gebouwd op gronden die vrijkwamen door verlies van functie. Aan de zuidzijde van het centrum zijn in de jaren '50, '60 en '70 van de vorige eeuw veel uitleggebieden gerealiseerd. Het stratenpatroon is hier veel rechtlijniger dan aan de noordzijde. De woningen werden naast vrijstaand en twee-aaneen ook als rijwoningen gebouwd.

Ook in de jaren daarna groeit Epe nog. Deze wijken liggen echter buiten het plangebied. Inmiddels is Epe nagenoeg voltooid wat betreft uitbreidingsmogelijkheden.

Het bestemmingsplan is grotendeels consoliderend van aard en respecteert derhalve de huidige structuur van het plangebied. Daar waar grotere ontwikkelingen aan de orde zijn die met een afzonderlijke procedure mogelijk worden gemaakt, worden de cultuurhistorische aspecten bij de planvorming betrokken.

Monumenten

De rijke geschiedenis van Epe heeft ook veel hoog gewaardeerde bouwwerken opgeleverd. Een groot deel van deze gebouwen is dan ook monument. De belangrijkste (Rijksmonumenten) liggen voornamelijk buiten de kern. Een lijst met monumenten is opgenomen in de bijlage bij de toelichting. Binnen het plangebied zelf zijn de Martinuskerk, gebouwd in de 15e eeuw en de Eper gemeente Woning (Kulturhus) aan de Stationsstraat de bekendste monumenten.