Plan: | Buitengebied Epe, herstelplan 2018 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0232.BG069BuitengebiedH-VBP1 |
Het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Epe is op 23 maart 2017 vastgesteld door de gemeenteraad. Op 6 juni 2018 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de procedure over het bestemmingsplan Buitengebied. De Raad van State heeft het bestemmingsplan voor vijf onderdelen vernietigd en de gemeente opgedragen om deze percelen binnen 26 weken na verzending van de uitspraak te repareren. Hiertoe dient de gemeenteraad een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen. Dit besluit dient zo spoedig mogelijk op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te worden gemaakt.
Het voorliggende herstelplan voorziet daarin.
Daarnaast worden enkele geconstateerde omissies als ambtshalve aanpassingen meegenomen in dit herstelplan.
De volledige uitspraak van de Raad van State is opgenomen in bijlage 2 bij deze toelichting. Onderstaand wordt beknopt ingegaan op de te onderdelen die door de Raad van State zijn vernietigd.
Uitspraak
De Afdeling heeft uitgesproken dat bij enkele recreatiewoningen het permanente gebruik van de recreatiewoningen als woning ten onrechte opnieuw onder het overgangsrecht is gebracht.
'Niet in geschil is dat het gebruik van de recreatiewoningen aan de Centrumweg 11, Centrumweg 13, Park Wissel 8, Park Wissel 20, Ericaweg 21 en Achterste Molenweg 18 voor permanente bewoning onder de beschermende werking van het overgangsrecht van het vorige bestemmingsplan "Wissel en Schaveren" en het daarvoor geldende bestemmingsplan "Wissel" uit 1994 viel. Gelet hierop heeft de raad het gebruik van deze recreatiewoningen voor permanente bewoning in het voorliggende plan wederom onder het overgangsrecht gebracht.
Het opnieuw onder het overgangsrecht brengen van bestaand legaal gebruik kan slechts onder bijzondere omstandigheden aanvaardbaar zijn. Hiervoor is vereist dat zicht bestaat op beëindiging van het legale gebruik binnen de planperiode. Indien dit niet het geval is, betekent dit niet dat het gebruik als zodanig moet worden bestemd. Gebruik in strijd met een geldende bestemming of gebruik dat onder het overgangsrecht valt, doet namelijk op zichzelf geen gerechtvaardigde verwachtingen ontstaan over een toe te kennen bestemming. Indien de raad van mening is dat het als zodanig bestemmen van het gebruik niet in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, ligt het op de weg van de raad om te bezien welke
regeling kan worden getroffen om het bestaande legale gebruik in het plan te kunnen voortzetten. Dit kan bijvoorbeeld door een uitsterfregeling in het plan op te nemen. Een uitsterfregeling is een bijzondere vorm van positief bestemmen, waarbij aan het bestaande gebruik weliswaar geen beperkingen zijn gesteld, maar waarbij dit gebruik niet opnieuw een aanvang mag nemen, indien dit is beëindigd en een ander gebruik dat wel in overeenstemming is met het plan is aangevangen.'
Zie de rechtsoverweging 48 in bijlage 2
Reparatie
De suggestie van de Afdeling wordt gevolgd. Voor de betreffende recreatiewoningen wordt de aanduiding 'wonen' opgenomen. In de bestemmingsregeling van de bestemming Recreatie - Recreatiewoning wordt toegevoegd dat permanente bewoning van de recreatiewoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wonen' onder een strikte voorwaarde. Die voorwaarde betreft dat de permanente bewoning van de recreatiewoning niet meer is toegestaan, zodra die permanente bewoning gedurende minimaal één jaar is gestaakt.
Uitspraak
De eigenaren van De Vliegden en De Eper Sprengen (Hanendorperweg 512 en Sprengenweg 99, Epe) hebben beroep ingesteld bij de Raad van State omdat zij zich er niet mee kunnen verenigen dat op grond van het bestemmingsplan alleen bedrijfsmatige exploitatie van hun recreatiewoningen is toegestaan. Deze eis van bedrijfsmatige exploitatie komt er op neer dat hun recreatiewoningen uitsluitend als eenheid via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon, bedrijfsmatig mogen worden geëxploiteerd door verhuur aan wisselende derden. Daarnaast kunnen zij zich er niet mee verenigen dat in het plan een algeheel verbod op het gebruik van hun recreatiewoningen als tweede woning is opgenomen. De eigenaren van De Vliegden en de Eper Sprengen willen dat het bestaande gebruik als tweede woning wordt toegestaan, zodat zij de woningen als vakantieverblijf voor henzelf kunnen gebruiken en dat de recreatiewoningen niet bedrijfsmatig hoeven worden te verhuurd.
De gemeenteraad heeft zich naar het oordeel van de Afdeling niet in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de bedrijfsmatige exploitatie op De Vliegden en De Eper Sprengen uitvoerbaar is binnen de planperiode wanneer deze niet als eenheid hoeft plaats te vinden.
De verhuur aan wisselende derden moet immers nog altijd bedrijfsmatig - dat wil zeggen via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon - plaatsvinden, terwijl de recreatiewoningen nu feitelijk in eigendom zijn van natuurlijke personen. De Afdeling acht daarom ook niet aannemelijk dat de exploitatie op deze wijze binnen de planperiode wordt verwezenlijkt.
Zie de rechtsoverweging 34.5 in bijlage 2
Niet is in geschil dat de recreatiewoningen op De Vliegden en De Eper Sprengen al vóór de vaststelling van het vorige bestemmingsplan. als tweede woning werden gebruikt en in de meeste gevallen nooit bedrijfsmatig zijn geëxploiteerd. De huidige eigenaren hebben de woningen allen gekocht met de bedoeling deze zelf als recreatiewoning te gebruiken en niet met de bedoeling deze te verhuren aan wisselende derden. Niet is gebleken dat de raad het belang bij het kunnen gebruiken van de recreatiewoningen als tweede woning door de eigenaren heeft afgewogen. Gelet op dit belang heeft de raad het verbod op het gebruik als tweede woning van de recreatiewoningen op De Vliegden en De Eper Sprengen niet in redelijkheid kunnen opnemen.
Daarnaast acht de Afdeling het niet begrijpelijk dat het bestaande gebruik als tweede woning op Rabbit Hili wel als zodanig is bestemd en op De Vliegden en De Eper Sprengen niet.
Zie de rechtsoverweging 34.6 in bijlage 2
Reparatie
De beide recreatieparken worden voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - tweede woning', net zoals bij Rabbit Hill. Daarmee geldt er conform de geldende regels geen verbod op het gebruik van de recreatiewoning als tweede woning en geldt geen verplichting voor bedrijfsmatige exploitatie.
Uitspraak
Campingpark de Koekamp heeft beroep ingesteld omdat de woning bij de camping aan de Tongerenseweg 124 ten onrechte niet bestemd zou zijn als burgerwoning. Volgens Campingpark de Koekamp is het gebruik als burgerwoning in het voorliggende plan ten onrechte opnieuw onder het overgangsrecht gebracht, omdat het gebruik niet binnen de planperiode zal worden beëindigd.
De Afdeling is het daarmee eens. Campingpark de Koekamp heeft te kennen gegeven het gebruik van de woning als burgerwoning niet uit eigen beweging binnen de planperiode te zullen beëindigen . Tegen het gebruik kan ook niet handhavend worden opgetreden vanwege de beschermende werking van het overgangsrecht. Er bestaat dus geen zicht op beëindiging van het gebruik binnen de planperiode. Gelet hierop heeft de raad het gebruik van de woning als burgerwoning ten onrechte opnieuw onder het overgangsrecht gebracht, aldus de Afdeling.
Zie de rechtsoverweging 27 in bijlage 2
Reparatie
De Raad van State stelt in haar uitspraak dat indien een positieve bestemming niet in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, dan kan de woning worden voorzien van een uitsterfregeling. In dit geval is er geen sprake is van een goede ruimtelijke ordening, indien een woonbestemming wordt toegekend. Zie daartoe het advies van de Omgevingsdienst in bijlage 1.
Daarom is gekozen voor een uitsterfregeling, vergelijkbaar met de recreatiewoningen, zoals in paragraaf 2.1 is aangegeven. Aan de woning wordt de aanduiding 'wonen' toegekend. In de bestemmingsregeling van de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie wordt toegevoegd dat het gebouw ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mag worden gebruikt voor wonen, met dien verstande dat indien het gebruik als wonen, anders dan ten behoeve van het betreffende bedrijf, gedurende minimaal één jaar is gestaakt, dan mag het gebouw niet meer in gebruik worden genomen ten behoeve van wonen, anders dan ten behoeve van het betreffende bedrijf.
Uitspraak
De eigenaar van Ravenstraat 25a te Oene heeft beroep ingesteld tegen het niet opnemen van een spuitvrije zone van 50 m op de gronden met de bestemming "Agrarisch" ten westen van haar perceel.
De Afdeling overweegt dat de gronden in gebruik zijn ten behoeve van een boomkwekerij waar met gewasbeschermingsmiddelen wordt gespoten. Zoals de Afdeling bij uitspraak van 26 maart 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1085, heeft overwogen, betekent het enkele gegeven dat het om een bestaande situatie gaat - anders dan de raad veronderstelt - niet dat in het geheel geen betekenis behoeft te worden toegekend aan de milieu hygiënische gevolgen van de boomkwekerij voor de omgeving. Het laten voortbestaan van een bestaande historisch gegroeide situatie kan onder omstandigheden in strijd zijn met een goede ruimtelijke ordening, indien blijkt dat de nadelige gevolgen hiervan zo groot zijn dat deze in redelijkheid niet langer aanvaardbaar kunnen worden geacht. Dit is met name het geval indien de gezondheid van omwonenden niet kan worden gegarandeerd . De Afdeling is van oordeel dat de raad er geen blijk van heeft gegeven zich ervan te hebben vergewist of in redelijkheid doorslaggevend belang kan worden toegekend aan het voortzetten van de bestaande situatie. Daarbij is van belang dat het perceel van appellant direct grenst aan de gronden waarop bomen worden gekweekt, de woning op een afstand ligt van ongeveer 20 m tot deze gronden en niet is gebleken dat tussen deze gronden en het woonperceel een haag of andere afscherming ligt.
De Afdeling heeft hierom de bestemming van het plandeel met de bestemming "Agrarisch" ten westen van het perceel Ravenstraat 25a, voor zover dat plandeel is gelegen binnen 50 m van dit perceel, vernietigd.
Zie de rechtsoverweging 11.2 in bijlage 2
Reparatie
Aan het betreffende plandeel is opnieuw de agrarische bestemming toegekend. Daarnaast is het peceel voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - spuitvrije zone'. Ter plaatse van deze aanduiding is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen niet bij recht toegestaan. Wel is hiervoor een afwijking bij omgevingsvergunning opgenomen. Daarbij moet aangetoond worden dat een goed woon- en leefklimaat in omliggende woningen kan worden gegarandeerd.
Recreatiepark De Bonte Vlucht/De Bosmuis
Dit park aan de Hanendorperweg 512 heeft de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie met de aanduiding 'maximum aantal woningen'. Daarmee was mogelijk bedoeld dat er een bedrijfswoning is toegestaan. Deze is echter bij recht al toegestaan. Op basis van de regels betekent de aanduiding evenwel dat er een recreatiewoning is toegestaan. Dat was niet de bedoeling.
De aanduiding 'maximum aantal woningen' wordt verwijderd.
Oostravenweg 2-2a, Epe
Aan dit perceel is in het bestemmingsplan Buitengebied de bestemming Wonen toegekend. De bedoeling was om ter plaatse ook een recreatiewoning toe te staan als nevenactiviteit. In bijlage 2 bij de regels is dit adres met de recreatiewoning ook opgenomen. Verzuimd is evenwel om de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-nevenactiviteit ook op de verbeelding aan te geven. Dat wordt nu alsnog gedaan.
Schaverenseveldweg 8, Emst
Voor dit perceel is in 2009 een wijzigingsplan opgesteld, te weten het Wijzigingsplan bestemmingsplan Buitengebied, 3e wijziging (Schaverenseveldweg 8 Emst). Dit wijzigingsplan is op 18 juni 2009 door B&W vastgesteld.
wijzigingsplan
bestemmingsplan Buitengebied
Geconstateerd is dat dit wijzigingsplan niet correct is vertaald naar het bestemmingsplan Buitengebied. Een klein gedeelte van de woonbestemming aan de westzijde is niet overgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied. Dat is nu alsnog gebeurd.
Spiekerweg 5 en 9, Epe
Voor dit perceel is een voorwaardelijke verplichting opgenomen in artikel 3.2.1 onder h en 3.4 onder f. Deze verplichting is echter voor Spiekerweg 9 Epe. In de zienswijzenota Agrarisch van Spiekerweg 9 is per abuis in de conclusie Spiekerweg 5 genoemd.
In de betreffende artikelen wordt Spiekerweg 5 omgezet in Spiekerweg 9.
Landschapszones
Geconstateerd is dat op enkele locaties met een agrarische bestemming geen aanduiding voor de landschappelijke kwaliteiten is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied. Het was de bedoeling om de aanduiding met het landschapstype op alle agrarische gronden te leggen. Voor de betreffende locaties is nu alsnog deze aanduiding opgenomen.
In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd is met een aantal milieuaspecten, zoals bodem en water.
Voorliggend bestemmingsplan betreft een reparatieplan, een correctieve herziening van het recentelijk vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied. De zaken die door middel van dit plan gerepareerd worden zijn over het algemeen van beperkte omvang en van ondergeschikte aard. Een verwijzing naar de milieuaspecten in de toelichting van dit vastgestelde plan volstaat dan ook.
Voorliggend bestemmingsplan betreft een gedeeltelijk herziening van het geldende bestemmingsplan. Slechts die gedeelten waarvan de Raad van State heeft aangegeven dat hiervoor een nieuw besluit dient te worden genomen, zijn onderdeel van dit herstelplan (evenals de reparatie van enkele omissies).
De verbeelding betreft dus de bestemming en aanduiding van de locaties die door de Raad van State zijn vernietigd, evenals de locaties van de reparatie van enkele omissies.
Voor de regels is uit praktische overwegingen uitgegaan van het van toepassing verklaren van de regels van het bestemmingsplan Buitengebied en aanvullend enkele aanvullingen en correcties te vermelden, zoals aangegeven in hoofdstuk 2.
De aanpassingen die in dit herstel worden gedaan op het bestemmingsplan Buitengebied hebben allen betrekking op het vastleggen van feitelijk bestaande situaties of ontwikkelingsmogelijkheden die reeds middels eerdere planologische wijzigingen waren vastgelegd.
Hierdoor is de economische uitvoerbaarheid niet in het geding. Kostenverhaal in het algemeen en in het kader van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening is mede daarom ook niet aan de orde.
De Raad van State heeft het bestemmingsplan voor vijf onderdelen vernietigd en de gemeente opgedragen om deze percelen binnen 26 weken na verzending van de uitspraak te repareren. Hiertoe dient de gemeenteraad een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen. Dit besluit dient zo spoedig mogelijk op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te worden gemaakt.
Dat betekent dat voorliggende herstelplan niet ter inzage behoeft te worden gelegd, maar meteen door de gemeenteraad kan worden vastgesteld.