direct naar inhoud van 3.8 Geur
Plan: Burgemeester Folkerts
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0230.bp0026-VST1

3.8 Geur

Als een geur hinderlijk wordt, spreken we van stank. Dat is vervelend. Maar naast het ondervinden van hinder kunnen mensen ook lichamelijke klachten overhouden aan stank, bijvoorbeeld hoestbuien, hoofdpijn of een verstoorde ademhaling. Als het vlak bij huis vaak stinkt, kan dat een reden zijn om te verhuizen. Stank kan zelfs leiden tot gevoelens van sociaal isolement of van onveiligheid.

De overheid wil stankoverlast terugdringen. De uitvoering van deze doelstelling en de ontwikkeling van geurbeleid is vooral een verantwoordelijkheid van provincies en gemeenten. Voor stank veroorzaakt door landbouw, voert VROM in nauwe samenwerking met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit apart beleid. Dit heeft geresulteerd in de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv), die sinds 1 januari 2007 voor heel Nederland geldt.

De voorliggende locatie ligt niet binnen een geurhindercontour en het plan leidt niet tot introductie van nieuwe functies die geurhinder kunnen veroorzaken. Het milieuaspect geur vormt dan ook geen belemmering voor de woningbouw.