Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op:
- het oprichten van transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes en andere gebouwen ten dienste van een openbaar nutsvoorziening, met een grondoppervlakte van maximaal 50 m² dat bestaat uit maximaal één bouwlaag en waarvan de goothoogte niet hoger is dan 4 meter, voor zover deze op grond van artikel 12 lid c niet kunnen worden gebouwd;
- het wijzigen van de bestemming binnen de op de verbeelding gebiedsaanduiding “wro-zone wijzigingsgebied 1” in de bestemming 'Tuin' en 'Wonen' ten behoeve van het bouwen van 1 woning, met een maximum goothoogte van 4 meter en een maximum bouwhoogte van 9 meter, waarbij het overige van het bepaalde in artikel 4 respectievelijk artikel 7 van toepassing is; toepassing van deze bevoegdheid dient te passen binnen het gemeentelijk woonbeleid en de mogelijkheid dient te bestaan om op eigen erf te parkeren. Daarnaast moet aangetoond worden dat de wijziging niet stuit op beperkingen voortvloeiende uit de Wet geluidhinder, Flora- en Faunawet, Wet op de Archeologische Monumentenzorg/Monumentenwet alsmede de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid en hinder van nabijgelegen bedrijven;
- het wijzigen van de bestemming binnen de op de verbeelding gebiedsaanduiding “wro-zone wijzigingsgebied 2” in de bestemming 'Tuin' en 'Wonen', waarbij het overige van het bepaalde in artikel 4 respectievelijk artikel 7 van toepassing is;
- het onderling verwisselen of wijzingen van de op de verbeelding voorkomende bouwaanduidingen aaneengebouwd [aeg], twee-aaneen [tae], vrijstaand [vrij] en specifieke bouwaanduiding - vrijstaand of twee-aaneen [sba-vtae], indien dit vanuit het oogpunt van een economische of andere noodzaak wenselijk is; waarbij de bij deze bouwaanduidingen behorende bepalingen van overeenkomstige toepassing zijn;
- een enigszins andere situering en/of begrenzing van de bouwpercelen dan wel bouwvlakken, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken, dat verschuiving in verband met de ingekomen bouwaanvragen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, mits de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, dan wel bouwvlak met maximaal 10% zal worden gewijzigd;
- het wijzigen van de voorgeschreven maatvoering voor gebouwen en andere bouwwerken met maximaal 20%, indien in verband met ingekomen bouwaanvragen deze wijzigingen nodig zijn;
- het wijzigen van bestemmingsgrenzen ten behoeve van aangrenzende bestemmingen met maximaal 5 meter.