direct naar inhoud van Artikel 12 Algemene gebruiksregels
Plan: Heidezoom 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0230.BPHEIDEZOOM2010-ONH1

Artikel 12 Algemene gebruiksregels

12.1 Algemeen verbod op strijdig gebruik

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming.

12.2 Bijzonder gebruiksverbod
12.2.1

Onverminderd het bepaalde in lid 12.1 is het in ieder geval verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor:

  • a. het storten of het lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
  • b. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, voer- en vaartuigen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
  • c. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • d. prostitutiedoeleinden.
12.2.2

Onverminderd het bepaalde in lid 12.1 is het in ieder geval verboden bouwwerken te gebruiken voor:

  • a. detailhandel, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan ingevolge de regels;
  • b. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen.
12.3 Uitzondering gebruiksverbod

Het bepaalde in 12.1 en 12.2 is niet van toepassing voor zover het betreft:

  • a. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen;
  • b. het opslaan of storten van afval- of meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van tuinen, andere open terreinen en watergangen;
  • c. het stallen van maximaal één toercaravan op het erf van een woning.
12.4 Afwijken van het gebruiksverbod

Burgemeester en wethouders kunnen, behoudens voor wat betreft doeleinden als bedoeld onder 12.2.1 sub d en 12.2.2 sub b, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.