Doel
Het doel van de bestemming "Wonen" is de woonfunctie van het gebied te behouden en daarbij aan de woonfunctie verbonden functies mogelijk te maken.
Functionele mogelijkheden
De hoofdfunctie van de bestemming is wonen. Daarnaast worden aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten mogelijk gemaakt. Deze moeten echter voldoen aan de in de specifieke gebruiksregels opgenomen voorwaarden. Daarnaast zijn gebouwen, overkappingen, andere bouwwerken, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, tuinen, erven en parkeervoorzieningen mogelijk. Door het toestaan van deze functies is flexibiliteit in het gebruik van de gronden met deze bestemming mogelijk.
Bouwmogelijkheden hoofdgebouwen
Op de verbeelding van het plan zijn het bouwvlak en de maximale goot- en bouwhoogte aangeduid. Voor de hoofdgebouwen (woningen) is bepaald dat deze in het aangeduide bouwvlak gebouwd moeten worden. Per bouwvlak is maximaal één hoofdgebouw toegestaan. Uitgegaan wordt daarbij van vrijstaande woningen. Wanneer in een bouwvlak meer hoofdgebouwen staan, dan is dit aangeduid.
Specifiek binnen de bestemming "Wonen" is bepaald dat, ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' de eerste bouwlaag niet mag worden bebouwd. Een dergelijke onderdoorgang is nodig voor de bereikbaarheid van het achterterrein achter de betreffende woning. Voor de maximale goot- en bouwhoogte zijn twee standaarden te herkennen, namelijk één bouwlaag met een kap en twee bouwlagen met een kap. Het kan voorkomen dat hiervan in een enkel geval wordt afgeweken.
Een hoofdgebouw mag tot op de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd, maar moet minimaal op een afstand van 3,00 meter gebouwd worden. Wanneer in de bestaande situatie de afstand korter is, dan is dit bij recht toegestaan. In andere situaties en wanneer het bouwvlak het toelaat mag tot de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd.
Bouwmogelijkheden bijbehorende bouwwerken
Bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De bijbehorende bouwwerken moeten ondergeschikt blijven aan het hoofdgebouw. De bouwregels voor bijbehorende bouwwerken dragen hier zorg voor. Bovendien zijn in de bouwregels bepalingen opgenomen waardoor de plaatsing van de bijbehorende bouwwerken wordt bepaald. Een belangrijke regel daarbij is dat bijbehorende bouwwerken in ieder geval 1,00 meter achter de voorgevel, of het verlengde daarvan, worden gebouwd.
De maximaal toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken is beperkt. Hierbij is rekening gehouden met de oppervlakte van het perceel waarop het hoofdgebouw staat. Naarmate de oppervlakte van het perceel groter wordt, is de maximaal toegestane oppervlakte voor bijbehorende bouwwerken groter.
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht.
Het gaat bij andere bouwwerken in dit geval om erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken.
De erf- en terreinafscheidingen mogen voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van een hoofdgebouw niet groter zijn dan 1,00 meter. In andere gevallen mag het maximaal 2,00 meter hoog zijn. Dit heeft te maken met het ruimtelijk beeld van het perceel.
Overige andere bouwwerken mogen ten hoogste 5,00 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk als een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 5,00 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.