Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Elburg en Oostendorp
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0230.BPELBODORP2010-VST1

2.2 Bedrijf

 
Doel   
De bestemming "Bedrijf" maakt de uitoefening van een zelfstandig bedrijf mogelijk.   
 
Functionele mogelijkheden
Om te voorkomen dat door de bedrijven overlast veroorzaakt wordt, zijn alleen bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 bij recht toegestaan. De bedrijfsbranches die mogelijk zijn binnen de bestemming zijn opgenomen in de VNG Bedrijvenlijst die opgenomen is als bijlage bij de regels. Door deze te beperken kan voor de in de buurt liggende woningen een goed leefklimaat behouden blijven.
 
Per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan. Deze bedrijfswoning mag alleen worden gerealiseerd op de gronden met de aanduiding 'bedrijfswoning'. Bij de bedrijfswoningen zijn bijbehorende bouwwerken toegestaan. Deze bijbehorende bouwwerken zijn geen bedrijfsgebouwen en moeten ten dienste staan van de woonfunctie.
 
Andere specifieke functies die aangeduid zijn, zijn de functies voor de LPG-tankstations binnen deze bestemming. Daarbij zijn het verkooppunt, de afleverzuil, het vulpunt en de opslag van LPG specifiek aangeduid. Door deze functies vast te leggen, wijzigen de veiligheidszones er omheen niet.
 
Binnen de bestemming zijn ondergeschikte ook bij de bestemming horende andere functies en voorzieningen toegestaan. Daarbij kan gedacht worden aan nutsvoorzieningen, wegen en paden, water en parkeervoorzieningen. Hierdoor kan de bedrijfsfunctie optimaal worden uitgeoefend.
 
Door middel van specifieke gebruiksregels wordt voorkomen dat de gronden en bouwwerken in strijd met de bestemming worden gebruikt. Dit geldt voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven, detailhandel en bedrijven die niet genoemd zijn in de bedrijvenlijst die opgenomen bij de regels. Door deze uit te sluiten, kan voor omliggende woningen een goed woonklimaat worden gehandhaafd.
 
Meer dan één bedrijfswoning is uitgesloten door middel van de specifieke gebruiksregels. Ook bewoning van bijbehorende bouwwerken en bedrijfsbebouwing is via deze regels uitgesloten.
  
Bouwmogelijkheden bedrijfsgebouwen en bijbehorende bouwwerken 
Om het bestaande beeld te handhaven is alleen bedrijfsbebouwing binnen het aangeduide bouwvlak toegestaan. Voor de goot- en bouwhoogte van de bedrijfsbebouwing is geen standaard maat, deze is per bedrijf bepaald en aangeduid. In sommige gevallen is alleen sprake van een maximale goothoogte, in andere gevallen van zowel een maximale goot- als bouwhoogte. Het uitgangspunt hiervoor zijn de bestaande situatie en planologische mogelijkheden.
  
Bouwmogelijkheden bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken 
Voor de oppervlakte van bedrijfswoningen is niet gerefereerd aan de 'gewone' woningen in het plangebied, maar is per perceel maatwerk geleverd. Daarbij is uitgegaan van de bestaande maatvoering. De bedrijfswoning moet binnen het bouwvlak / het met 'bedrijfswoning' aangeduide vlak worden gebouwd. Een bedrijfswoning heeft een maximale inhoud van 650 m3. Daarnaast zijn de maximale goot- en/of bouwhoogte op de ruimtelijke verbeelding aangegeven. Voor bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen zijn algemene regels opgenomen welke ook terug te vinden zijn de woonbestemmingen. 
  
Bouwmogelijkheden andere bouwwerken
Voor de andere bouwwerken is bij deze bestemming een algemene regeling opgenomen. Daarbij is aangesloten bij een algemene regeling voor bouwmogelijkheden van andere bouwwerken. Ook is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden met betrekking tot vergunningvrij bouwen, zoals dit opgenomen is in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht. Andere bouwwerken mogen ten hoogste 5,00 meter hoog zijn. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een kleinschalig bouwwerk als een vlaggenmast. Wanneer een dergelijk bouwwerk 5,00 meter hoog wordt, is de impact op de omgeving klein.  
 
Flexibiliteitsbepalingen
Bij de bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze maakt het mogelijk om de aanduidingen voor de voorzieningen bij het LPG-tankstation te verwijderen. Voorwaarde daarbij is dat de functie beëindigd moet zijn. Door deze regeling worden de gebruiksmogelijkheden van de gronden direct om het beëindigde functie vergroot.