Plan: | Beschermd Stadsgezicht |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0230.BPBESCHSTAD2010-VST2 |
Doel
De bestemming 'Waarde - Archeologie 1' heeft tot doel bij een verwachting van archeologische waarden in de gronden, deze bij een vergunningaanvraag te onderzoeken. Hierdoor kunnen mogelijk aanwezige waarden behouden, beschermd en/of herstelt worden. De bestemming is uitgesplitst in de verschillende archeologische (verwachtings)waarden, namelijk "Waarde - Archeologie 1" (AMK-terreinen en gebieden Oud Elburg), "Waarde - Archeologie 2" (gebieden met hoge verwachtingswaarde) en "Waarde - Archeologie 3" (gebieden met middelhoge verwachtingswaarde). Het onderscheid tussen de bestemmingen is gerelateerd aan de minimale oppervlakte en diepte waarbij onderzoek nodig is.
Functionele mogelijkheden
De gronden waarop deze bestemming ligt zijn, naast de gebruiksmogelijkheden van onderliggende bestemmingen, ook bedoeld voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de archeologische waarden van de gronden. Dit betekent dat bij het gebruik van de gronden altijd rekening gehouden moet worden met de mogelijke aanwezigheid archeologische waarden.
Bouwmogelijkheden
Een onderzoeksverplichting is opgenomen voor de verschillende gebieden, die gekoppeld is aan de diepte en oppervlakte van werken en/of werkzaamheden. Een voorbeeld: wanneer potentiële bouwwerken binnen het gebied met een hoge verwachtingswaarde een oppervlakte hebben van maximaal 120 m2 en niet dieper gaan dan 0,30 meter onder het maaiveld in de bodem komen, zijn alleen de bestemmingsregels van onderliggende bestemmingen van toepassing. Is een bouwwerk in het gebied met een hoge verwachtingswaarde groter dan 120 m² en dieper dan 0,30 m onder het maaiveld, dan moeten de archeologische waarden onderzocht worden vóór verlening van een omgevingsvergunning. Hiervoor gelden verplichtingen, die opgenomen zijn in de bouwregels bij deze bestemming.
Omgevingsvergunning
Werken (geen bouwwerken) en werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden na het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Dit geldt onder andere voor ontgronden van gronden, het aanbrengen van bomen en diepwortelende beplanting en het aanleggen van kabels en leidingen. Hieraan zijn toetsingscriteria gekoppeld. Door een omgevingsvergunning op te nemen worden werken en werkzaamheden toegestaan. Door de criteria op te nemen kan getoetst worden of archeologische waarden aanwezig zijn en hoe deze behouden kunnen blijven na de ingreep. De omgevingsvergunning is niet nodig voor normaal onderhoud van geringe omvang en al in uitvoering zijnde werken en werkzaamheden. Dit geldt op het moment van het van kracht worden van dit bestemmingsplan.
Achtergrondinformatie
- Milieu- en omgevingsaspecten : Archeologie en cultuurhistorie