a. Met betrekking tot de voorbereiding van een wijziging of uitwerking ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening is Afdeling 3.4 (Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
b. Voor het stellen van nadere eisen of het verlenen van een ontheffing ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening worden belanghebbenden gedurende een periode van twee weken in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Hiertoe wordt een bouwplan, met daarop betrekking hebbende stukken, ter inzage gelegd. Voorafgaande aan de terinzagelegging geeft het bestuursorgaan in één of meer dag-, of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze kennis van het voornemen.