direct naar inhoud van 4.11 Ecologie
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0226.BPBuitengebied-VS02

4.11 Ecologie

Algemeen

Aangezien het bestemmingsplan conserverend van aard is, hoeven geen negatieve effecten te worden verwacht op beschermde soorten op grond van de Flora en Faunawet. De gevolgen van onderhavig bestemmingsplan voor beschermde natuurgebieden zijn aan de orde gekomen in het PlanMER en de Passende Beoordeling die in hoofdstuk 5 worden besproken.


Ontwikkeling fietspad Leuvensedijk

In het bestemmingsplan is een recreatief fietspad ter hoogte van de oude Leuvensedijk opgenomen. Deze ontwikkeling vindt plaats binnen de ecologische hoofdstructuur en in de nabijheid van het Natura 2000-gebied 'Gelderse Poort'.


Om te bepalen of er negatieve effecten zijn op de instandhoudingsdoelen van het Natura 2000-gebied en de EHS en of deze effecten significant zijn, is een quickscan natuurtoets uitgevoerd (Quickscan natuurtoets fietspad Leuvense dijk in Groessen, Een inventarisatie van beschermde flora en fauna, Stichting Staring Advies, juli 2013, rapport 1312). Aan de hand van de resultaten hiervan is vervolgens een voortoets uitgevoerd (Voortoets fietspad Leuvense dijk in Groessen Voortoets voor het Natura 2000-gebied 'Gelderse Poort', Stichting Staring Advies, oktober 2013, rapport 1321). Deze beide rapporten zijn opgenomen als bijlage bij deze bestemmingsplantoelichting.


De conclusie van de onderzoeken luidt dat een onaanvaardbare verslechtering van de instandhoudingsdoelen van het Natura 2000-gebied 'Gelderse Poort', als gevolg van de aanleg van het fietspad over de Leuvensedijk, met zekerheid kan worden uitgesloten. Er hoeft geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet aangevraagd te worden voor de aanleg van het fietspad. De doelen voor de aangewezen habitattypen en soorten komen niet in gevaar door de geplande ontwikkeling. Tevens worden de kernkwaliteiten van de EHS niet aangetast. Er hoeft geen verdere EHS toetsing uitgevoerd te worden. Een verhoging van niet gebiedseigen geluidsbelasting in het nabijgelegen stiltegebied is niet aan de orde.