direct naar inhoud van Artikel 39 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0226.BPBuitengebied-VS02

Artikel 39 Algemene aanduidingsregels

39.1 Veiligheidszone - lpg

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is geen nieuwbouw ten behoeve van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen toegestaan.

39.2 Veiligheidszone - gasdrukregelstation

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasregeldrukstation' is geen nieuwbouw ten behoeve van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen toegestaan.

39.3 Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
39.3.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevolle bebouwing' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.

39.3.2 Woningsplitsing

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het plan voor zover het betreft de gronden gelegen binnen een bouwvlak ten behoeve van meerdere wooneenheden, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. het hoofdgebouw mag geheel worden gebruikt voor bewoning;
  • b. de wooneenheden worden gerealiseerd binnen de bestaande cultuurhistorisch waardevolle bebouwing;
  • c. in het geval van een monument mogen tevens bijgebouwen worden bewoond indien dat voor de instandhouding van het monument noodzakelijk is;
  • d. het aantal nieuwe wooneenheden bedraagt maximaal 3 met een minimale oppervlakte van 150 m2;
  • e. bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan tot een maximum van 75 m2 per woning met dien verstande dat het meerdere aan bijgebouwen en overkappingen wordt gesloopt, tenzij het een monument betreft;
  • f. er dient sprake te zijn van een goede respectievelijk aantoonbare verbetering van de landschappelijke kwaliteit van het gebied;
  • g. een inrichtingsplan dient te worden opgesteld waaruit de ruimtelijke inpassing van de locatie in de omgeving blijkt;
  • h. de aanwezige cultuurhistorische waarden niet worden aangetast;
  • i. omliggende (agrarische-) bedrijven mogen niet in hun bedrijfsvoering of ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  • j. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
  • k. de (agrarische) karakteristiek, met de daarbij behorende waardevolle cultuurhistorische elementen, gehandhaafd blijft;
  • l. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:
    • 1. de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de beoogde bestemming(en);
    • 2. de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, danwel een vóór vaststelling van het wijzigingsplan vastgestelde hogere grenswaarde, niet wordt overschreden;
    • 3. het wijzigingsplan niet in betekenende mate leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
    • 4. voldaan wordt aan het bepaalde in de Flora- en faunawet;
    • 5. geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden;
    • 6. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.
  • m. de bevoegdheid niet eerder wordt toegepast dan nadat advies is verkregen van de erfgoedcommissie.
39.3.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • a. Verbod
    Het is verboden zonder, of in afwijking van, een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) ter plaatse van de in artikel 39.3.1 bedoelde aanduiding, bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.
  • b. Uitzondering
    Het bepaalde in artikel 39.3.3 sub a is niet van toepassing op normale onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van de bebouwing;
  • c. Advies
    De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 39.3.3 sub a wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de erfgoedcommissie.
  • d. Omgevingsvergunning
    De in artikel 39.3.3 sub a genoemde vergunning kan slechts worden verleend:
    • 1. indien door de werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden van het bouwwerk of;
    • 2. een aanvraag redelijkerwijs niet kan worden geweigerd in verband met onevenredig hoge kosten ter behoud van het cultuurhistorisch waardevolle bouwwerk.
39.4 vrijwaringszone - dijk
39.4.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het onderhoud en de verbetering van de op aangrenzende gronden gelegen waterkering.

39.4.2 Specifieke gebruiksregels

Een besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouw- of gebruiksregels of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, dan wel voor het toepassen van een in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid ter plaatse van de in artikel 39.4.1 bedoelde gronden, wordt niet eerder genomen dan nadat advies is gevraagd aan de beheerder van de waterkering.

39.5 geluidzone - industrie
39.5.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn de gronden, behalve de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op nieuwe geluidgevoelige terreinen en/of bebouwing als gevolg van het industrielawaai.

39.5.2 Gebruiksregels

In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen is het gebruik van niet-bebouwde grond en bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' ten behoeve van geluidsgevoelige terreinen en/of woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen, als bedoeld in de Wet geluidhinder, niet toegestaan tenzij het bestaand gebruik betreft .