direct naar inhoud van Artikel 11 Horsterpark
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0226.BPBuitengebied-VS02

Artikel 11 Horsterpark

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Horsterpark" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein': een evenemententerrein met dien verstande dat:
    • 1. evenementen in Categorie 1 voldoen aan de volgende kenmerken:
      • maximaal 6 maal per jaar;
      • het aantal dagen per evenement niet meer mag bedragen dan 2, met uitzondering van circussen waarvoor 5 dagen geldt , waarbij de dagen die nodig zijn voor het op- en afbouwen niet worden meegerekend;
    • 2. evenementen in Categorie 2 voldoen aan de volgende kenmerken:
      • maximaal 3 maal per jaar;
      • het aantal dagen per evenement niet meer mag bedragen dan 2, waarbij de dagen die nodig zijn voor het op- en afbouwen niet worden meegerekend;
    • 3. evenementen in Categorie 3 voldoen aan de volgende kenmerken:
      • maximaal 2 maal per jaar;
      • het aantal dagen per evenement niet meer mag bedragen dan 2, waarbij de dagen die nodig zijn voor het op- en afbouwen niet worden meegerekend;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij': een kinderboerderij;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': lichte horeca;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'park': de aanleg en instandhouding van een open groene ruimte;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - reservelocatie parkeren/overloopterrein': een tijdelijk parkeerterrein voor maximaal 600 parkeerplaatsen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - recreatiebos': een recreatiebos;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': volkstuinen;
  • h. maximaal 1 bedrijfswoning ten dienste van de kinderboerderij ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • i. aan huis verbonden beroepen;
  • j. mantelzorg;
  • k. extensief recreatief medegebruik;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ontsluitingsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen en erven.

11.2 Bouwregels
11.2.1 gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. maximaal 1 bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. herbouw van een woning is slechts toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak;
  • d. goothoogte van:
    • 1. bedrijfswoningen maximaal 6 meter;
    • 2. overige gebouwen maximaal 3,5 meter;
  • e. bouwhoogte van:
    • 1. bedrijfswoningen maximaal 9 meter.
    • 2. overige gebouwen maximaal 6 meter;
11.2.2 bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. speelvoorzieningen 4,5 meter;
  • b. overige bouwwerken , geen gebouwen zijnde 2 meter.
11.2.3 gebouwen en bouwwerken t.b.v. volkstuinen

In afwijking van het bepaalde in artikelen 11.2.1 en 11.2.2 voldoen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' aan de volgende kenmerken:

  • a. op iedere volkstuin mag één tuinhuis en één plantenkast worden gebouwd waarvoor geldt dat:
    • 1. het afzonderlijk grondoppervlak niet meer bedraagt dan 6 m2 waarbij het bebouwd oppervlak van iedere volkstuin niet meer dan 10% mag bedragen;
    • 2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 2,5 m;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 2,5 m.
11.2.4 gebouwen en bouwwerken t.b.v. de kinderboerderij

In afwijking van het bepaalde in artikelen 11.2.1 en 11.2.2 voldoen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij' aan de volgende kenmerken:

  • a. binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij' zijn uitsluitend gebouwen ten behoeve van de stalling van dieren, sanitaire voorzieningen, onderhoud, beheer en berging toegestaan met:
    • 1. een gezamenlijke maximale oppervlakte van 500 m2;
    • 2. een maximale bouwhoogte van 6 m;
  • b. binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'horeca' zijn uitsluitend gebouwen ten behoeve van de lichte horeca toegestaan met:
    • 1. een gezamenlijke maximale oppervlakte van 200 m2;
    • 2. een maximale bouwhoogte van 3,5 m;
  • c. binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is uitsluitend de bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken toegestaan met:
    • 1. voor wat betreft de dienstwoning:
      • een maximale oppervlakte van 150 m2;
      • een maximale bouwhoogte van 9 m;
      • een maximale goothoogte van 6 m;
    • 2. voor wat betreft de bijbehorende bouwwerken:
      • een gezamenlijke maximale oppervlakte van 75 m2;
      • een maximale bouwhoogte van 6 m;
      • een maximale goothoogte van 3 m;
  • d. binnen de gehele bestemming zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een maximale bouwhoogte van 2 m.
11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.3.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. aanleggen en/of verharden van wegen, (fiets-)paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. afgraven, ophogen of egaliseren, dan wel ontginnen van gronden;
  • c. kappen en rooien van houtwallen en/of -singels of bosjes;
  • d. door nieuwe aanplant realiseren van houtwallen en/of -singels of bosjes;
  • e. winnen, infiltreren of stuwen van water en andere werken of werkzaamheden die een wezenlijke wijziging van de grondwaterstand of de waterhuishouding beogen of ten gevolge hebben, anders dan ten behoeve van natuurontwikkeling;
  • f. aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik;
  • g. aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen.
11.3.2 Toegestane werkzaamheden

Het in artikel 11.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:

  • a. werken en werkzaamheden welke het normale onderhoud betreffen;
  • b. werken en werkzaamheden welke noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
  • c. werken en werkzaamheden welke reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
11.3.3 Voorwaarden voor verlenen omgevingsvergunning

De in artikel 11.3.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en/of landschappelijke, cultuurhistorische en waterhuishoudkundige waarden van de gronden.