Plan: | Bedrijventerrein Verhuellweg |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0221.PBL20001HBV-ON01 |
het uitwerkingsplan 'Bedrijventerrein Verhuellweg' met identificatienummer NL.IMRO.0221.PBL20001HBV-ON01 van de gemeente Doesburg;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub c van de Wet ruimtelijke ordening;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
het bedrijfsmatig vervaardigen en/of bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen;
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde zijn toegelaten;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
werkzaamheden die bestaan uit het verlenen van zakelijke en maatschappelijke diensten aan derden al dan niet met inbegrip van ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen. Zakelijke diensten zoals reisbureaus, kapsalons, stomerijen, makelaarskantoren, bankfilialen, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, met uitzondering van garagebedrijven. Maatschappelijke diensten zoals scholen, naschoolse opvang, dokterspraktijken, tandartspraktijken, fysiotherapiepraktijken, apotheken, overheidsdiensten zoals bibliotheken en overheidsloketten;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouwen welke gebruikt worden voor bewoning of daartoe bestemd zijn danwel andere geluidsgevoelige gebouwen en terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;
water met aansluitende kaden, kadeterreinen en de bijbehorende kunstwerken en steigers, ingericht voor het aanmeren van schepen;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-) overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub d van de Wet ruimtelijke ordening;
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
ondergeschikte delen aan een gebouw zoals, trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen, overstekende daken, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte (dak)opbouwen;
(on)gebouwde inrichting bestemd voor het parkeren of stallen van voertuigen;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang als zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een wijziging van het plan als bedoeld als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van worden ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, groenvoorzieningen, voorzieningen voor verkeer en verblijf en openbaar nut, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden in het algemeen de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.1 voor:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 sub a, ten behoeve van het bouwen van fietsenstallingen buiten het bouwvlak, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 sub a, voor:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.3.2 ten behoeve van het toestaan van:
mits wordt aangetoond dat de werkelijke behoefte aan parkeerplaatsen blijvend onder de voorgeschreven norm blijf.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in afwijking van het bepaalde in 3.3.1 sub b voor het toestaan van een nieuwe Bevi-inrichting ter plaatse van een aan te brengen aanduiding op de verbeelding, mits de van toepassing zijnde grenswaarden voor het risico en risico-afstanden ten aanzien van (beperkt) kwetsbare objecten in acht genomen worden.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden in het algemeen de volgende regels:
Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van buitenopslag.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen ten dienste van het water.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer maximaal 6 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de plaats en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in verband met het waarborgen van de waterbergende functie van gronden.
De voor "Water - Rivier" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
Gebouw / functie | Aanduiding op de verbeelding | Bestaande oppervlakte |
kantoor | 'specifieke bouwaanduiding - 1' | 310 m² |
opslag / schuur | 'specifieke bouwaanduiding - 2' | 20 m² |
fietsenstalling | 'specifieke bouwaanduiding - 3' | 15 m² |
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen mag niet meer bedragen dan 5 m.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken uit te voeren:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 7.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 7.1 bedoelde gronden de volgende werken uit te voeren:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 8.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van de waterkering.
Uitsluitend mogen worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke ten dienste staan van de bestemming, met dien verstande dat bouwwerken ten behoeve van de in artikel 3.1 genoemde doeleinden enkel mogen gebouwd, voor zover de belangen van deze bestemming niet worden aangetast. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en), mits hiertegen uit hoofde van de bescherming van de waterkering geen bezwaar bestaat; daartoe dient vooraf advies te zijn verkregen van de beheerder(s) van de rivier en de waterkering.
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke ten dienste staan van de bestemming, met dien verstande dat bouwwerken ten behoeve van de in artikel 3.1 genoemde doeleinden enkel mogen gebouwd, voor zover de belangen van deze bestemming niet worden aangetast. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en), mits hiertegen uit hoofde van de bescherming van de waterstaatkundige functie geen bezwaar bestaat. Hiertoe dient vooraf advies te zijn verkregen van de rivierbeheerder.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde die zijn of kunnen worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning ingevolge de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geldt het volgende:
Overschrijding van het bouwvlak en bestemmingsvlak is toegestaan voor ondergeschikte bouwdelen, mits het een overschrijding betreft van maximaal 0,5 m.
Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen (kelders) gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen ten behoeve van:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', is de nieuwvestiging van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.1.1, mits zij voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning een hogere waarde in de zin van de Wet geluidhinder hebben vastgesteld.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' is geen nieuwvestiging of uitbreiding van de bestaande vloeroppervlakte van (beperkt) kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen toegestaan, met dien verstande dat herbouw van bestaande (beperkt) kwetsbare objecten op dezelfde locatie wel is toegestaan.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.1 teneinde de nieuwvestiging en/of uitbreiding van (beperkt) kwetsbare objecten toe te staan, uitsluitend voor zo ver daardoor geen onaanvaardbaar veiligheidsrisico optreedt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de aanduidingsgrens van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' te wijzigen, indien dat vanwege wijziging in de regelgeving omtrent externe veiligheid mogelijk of noodzakelijk is.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor:
Het bestemmingsplan 'Archeologie', zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 29 oktober 2009 met plan-ID NL.IMRO.0221.BPL09003HBY-OH01, blijft van toepassing op het plangebied van dit bestemmingsplan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Verhuellweg'.