direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijk
Plan: Beinum 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0221.BPL11002HBE-VA01

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. een sporthal uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sporthal';

met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven en tuinen.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

De gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de bestaande goot- en/of bouwhoogte gelden als maximum, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven;
  • c. de maximale bouwhoogte is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte';
  • d. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak bedraagt 100, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven.

9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal:

  • a. bouwwerken gebouwd vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. bouwwerken gebouwd achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 2,7 m;
  • c. speelvoorzieningen 5 m.
9.3 Wijzigingsbevoegdheid
9.3.1 Wijziging bestemming

Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in art. 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de bestemming 'Maatschappelijk' ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied' te wijzigen in de bestemming 'Centrum'.

De regels van art. 5 'Centrum' zijn van overeenkomstige toepassing waarbij de volgende functies ook zijn toegestaan:

  • a. wonen op de verdiepingen;
  • b. detailhandel als bedoeld in artikel 6 'Detailhandel';
  • c. maatschappelijke functies als bedoeld in artikel 9 'Maatschappelijk';
  • d. verkeersdoeleinden als bedoeld artikel 11 'Verkeer';
  • e. een cafetaria;
  • f. kantoorfuncties.

9.3.2 Procedureregels

Bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid wordt het bepaalde in art. 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening in acht genomen.

9.3.3 Criteria

De in art. 9.3.1 genoemde wijziging kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting ontstaat van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid en parkeersituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,
  • e. en het kostenverhaal voor de gemeente voldoende verzekerd is.