Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan situering, afmetingen en kapvormen van de bebouwing ten behoeve van:
- de instandhouding en herstel van het stedenbouwkundig beeld;
- de landschappelijke kwaliteiten van de omgeving van de bebouwing;
- de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden;
Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op het behoud van de waarden van het beschermd dorpsgezicht.