Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kernen Buren
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.KOMBP20130001-vg01

Artikel 14 Groen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. groenvoorzieningen en bermen;
  2. voet- en fietspaden;
  3. speelvoorzieningen;
  4. voorzieningen voor de waterhuishouding, waterberging, waterzuivering en hemelwaterinfiltratie;
  5. het tijdelijk plaatsen van kramen en wagens ten behoeve van het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen, dan wel ten behoeve van het aanbieden van diensten;
  6. in- en uitritten;
  7. buis- en kabelverbindingen voor riolering, nutsbedrijven en overeenkomstige doeleinden;
  8. nutsvoorzieningen;
  9. alsmede voor:
ter plaatse van de aanduiding:
toegestane functie:
 
jachthaveneen jachthaven
specifieke vorm van groen - aanleg en te water laadplaatseen voorziening voor de aanleg en het te water laten van boten
specifieke vorm van groen - muziektentde bestaande muziektent
specifieke vorm van groen - sport en speelvoorzieningenvoorzieningen voor sport en spel
 
 

14.2 Bouwregels

14.2.1 Toegestane bebouwing

Op gronden met de bestemming “Groen” mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. zitbanken, beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen;
  2. toestellen voor sport en spel;
  3. terreinafscheidingen en (keer)muren;
  4. bestaande garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - garagebox';
  5. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zoals lichtmasten en verkeers- en verwijsborden;
  6. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, zoals transformatoren, gasvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
  7. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding, de waterberging, de waterzuivering en de hemelwaterinfiltratie.

14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in artikel 14 lid 2.1 genoemde bouwwerken mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat:
  1. de bouwhoogte van de in artikel 14 lid 2.1 sub a genoemde beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen niet meer mag bedragen dan 4 m;
  2. de bouwhoogte van de in artikel 14 lid 2.1 sub b genoemde toestellen voor sport en spel niet meer mag bedragen dan 4 m;
  3. de bouwhoogte van de in artikel 14 lid 2.1 sub c genoemde terreinafscheidingen en (keer)muren niet meer mag bedragen dan 1 m;
  4. de bouwhoogte van de in artikel 14 lid 2.1 sub f genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet meer mag bedragen dan 10 m;
  5. de bouwhoogte van de in artikel 14 lid 2.1 sub g genoemde bouwwerken mag niet meer bedragen dan 1 m en de oppervlakte daarvan mag niet meer bedragen dan 2 m²;
  6. de bouwhoogte van de in artikel 14 lid 1 sub g genoemde bouwwerken mag niet meer bedragen dan 1 m.

14.3 Afwijken van de gebruiksregels

14.3.1 Omgevingsvergunning parkeervoorzieningen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in de bestemmingsomschrijving van dit artikel ten behoeve het gebruik van de gronden voor en van de aanleg van parkeervoorzieningen met dien verstande dat:
  1. de parkeervoorzieningen uitsluitend bedoeld zijn om de parkeerdruk ter plaatse te ondervangen;
  2. geen onevenredige belemmering voor de verkeersstromen ter plaatse ontstaat;
  3. geen onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu ter plaatse ontstaat;
  4. het parkeren niet doeltreffend op eigen terrein van woningen, of andere functies waar het parkeren bij behoord, gerealiseerd kan worden;
  5. er geen onevenredige aantasting van een structurele groenvoorziening ontstaat;
  6. indien het verhard oppervlak toeneemt, aangegeven wordt op welke wijze wordt voorzien in compenserende maatregelen voor hemelwaterinfiltratie/-berging.

14.3.2 Omgevingsvergunning tuin

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in de bestemmingsomschrijving van dit artikel voor het gebruik van de gronden als tuin, mits er geen sprake is van een onevenredige aantasting van:
  1. structureel groen;
  2. een goede woon- en leefsituatie;
  3. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.