direct naar inhoud van Artikel 19 Algemene afwijkingsregels
Plan: Ingen, Het Woud
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0214.INGBP20110001-vg01

Artikel 19 Algemene afwijkingsregels

19.1 Bed & breakfast

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de inrichting en het gebruik van woningen ten behoeve van bed & breakfast, waaronder wordt verstaan een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend logies en ontbijt en bedoeld voor kortstondig, wisselend recreatief verblijf, indien en voor zover:

  • a. het betreft een woning, die tevens bewoond blijft;
  • b. geen groter vloeroppervlak dan 60 m2 ten behoeve van bed & breakfast in beslag wordt genomen;
  • c. niet meer dan 3 slaapkamers, ten behoeve van maximaal 6 personen, van de betreffende woning worden ingericht en gebruikt voor bed & breakfast;
  • d. indien in voldoende mate aangetoond kan worden dat geen (volledig) gebruik kan worden gemaakt van de woning, (tevens) gebruik mag worden gemaakt van een bestaand bijgebouw;
  • e. de bed & breakfast voorziening niet functioneert als een zelfstandige woning;
  • f. parkeren plaatsvindt op eigen terrein;
  • g. van tevoren in voldoende mate is verzekerd dat het beoogde gebruik geen onevenredig nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat van de omliggende woningen of voor de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven.
19.2 Erkers

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan ten behoeve van de bouw van erkers buiten een bouwvlak mits de overschrijding van bouwgrens niet meer bedraagt dan 1,50 m, in geval de erker aan de wegzijde van het bouwvlak wordt gebouwd, de afstand tot de bestemmingsgrens tenminste 2 m dient te bedragen en de erker ten hoogste 2/3 van de breedte van de gevel waaraan de erker wordt gebouwd, in beslag neemt.

19.3 Evenementen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor het gebruik van gronden voor het houden van meerdaagse evenementen, waaronder worden verstaan kermissen, jaarmarkten, tentfeesten en daarmee vergelijkbare evenementen.

19.4 Grenzen en aanduidingen

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan ten behoeve van:

  • a. het afwijken van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein en er geen dringende redenen zijn die zich tegen de afwijking verzetten, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen in het plan is aangegeven niet meer bedraagt dan 2,50 m;
  • b. het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, niet zijnde bestemmingsgrenzen, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen in het plan is aangegeven niet meer bedraagt dan 2,50 m;
  • c. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m.
19.5 Mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan, voor de verbouw van een woning, indien en voor zover:

  • a. er, ingeval er geen ouder/kind relatie is, sprake is van een medische indicatie;
  • b. de verbouw noodzakelijk is om te voorzien in de behoefte aan inwoning ten behoeve van mantelzorg;
  • c. de inwoning plaats vindt in het hoofdgebouw en geen groter vloeroppervlak in beslag neemt dan 60 m2;
  • d. er sprake is van een gemeenschappelijke entree;
  • e. het verbouwde gedeelte voor inwoning technisch/functioneel altijd weer bij de oorspronkelijke woning kan worden betrokken;
  • f. indien in voldoende mate aangetoond kan worden dat geen (volledig) gebruik kan worden gemaakt van de woning, mag naast of in plaats van inwoning door verbouw van de woning ook inwoning plaats vinden in een bestaand bijgebouw, binnen een afstand van 12 m van de woning waar het bijgebouw bij behoort en mits dit gebruik als persoonsgebonden wordt benoemd en de getroffen technische en functionele voorzieningen na afloop van dit persoonsgebonden gebruik worden verwijderd.
19.6 Monumenten
19.6.1 Instandhouding, herstel of herbouw

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de instandhouding, dan wel het herstel of de herbouw van bouwwerken, indien en voor zover de instandhouding, dan wel het herstel of de herbouw, noodzakelijk is om te voldoen aan het bepaalde in de Monumentenwet, dan wel de gemeentelijke Monumentenverordening.

19.6.2 Bouwwerk op erf behorend bij monument

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor het bouwen van bouwwerken op een erf dat behoort bij een Rijks- of gemeentelijk monument, mits:

  • a. de bouwwerken een meerwaarde geven aan de (het) aanwezige (ensemble van) monumentale bebouwing;
  • b. alle niet bij het monumentale karakter passende bebouwing wordt gesloopt;
  • c. de gemeentelijke monumentencommissie is gehoord en een positief advies heeft gegeven.
19.6.3 Bouw extra woning

Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de gemeentelijke monumentencommissie, eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de realisering van één extra woning, indien en voor zover:

  • a. de extra woning wordt gerealiseerd binnen de bestaande inhoud van een gebouw dat tevens is aangemerkt als Rijksmonument of gemeentelijk monument overeenkomstig de Monumentenwet of de gemeentelijke Monumentenverordening, dan wel is aan te merken als karakteristiek en wordt gerealiseerd met als oogmerk de karakteristiek van het desbetreffende gebouw in stand te houden, dan wel te herstellen, of:
  • b. de extra woning wordt gerealiseerd binnen een bestaande woning met een grotere inhoud dan 1000 m3, en:
  • c. de extra woning een inhoud heeft van tenminste 300 m3.
19.7 Nutsvoorzieningen e.d.

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor nutsvoorzieningen zoals pompgemalen, verdeel-, regel- of transformatorruimten, telefooncentrales, telefooncellen, geldautomaten en abri's, waarvan de inhoud niet meer mag bedragen dan 50 m3 en de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 m, alsmede voor beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen met geen grotere hoogte dan 6 m en lichtmasten en vlaggenmasten met geen grotere hoogte dan 10 m.