direct naar inhoud van Artikel 10 Wonen
Plan: Ingen, Het Woud
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0214.INGBP20110001-vg01

Artikel 10 Wonen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bewoning en daarbij behorende doeleinden;
  • b. de uitoefening van een aan huis gebonden beroep en/of een aan huis gebonden bedrijf.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Toegestane bouwwerken

Op gronden met de bestemming "Wonen" mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen;
  • b. bij de woningen behorende bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. ruimten voor een aan huis gebonden beroep en/of een aan huis gebonden bedrijf, mits de woonfunctie over tenminste 70% van de totale inhoud van de gebouwen op het betreffende perceel gehandhaafd blijft, waarbij wordt verstaan onder aan huis gebonden beroep: het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op zakelijk (niet zijnde detailhandel), maatschappelijk, juridisch, administratief, persoonlijk, medisch, therapeutisch, kunstzinnig dan wel ontwerptechnisch gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning met daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend door de gebruiker van de woning, en onder aan huis gebonden bedrijf: het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en de woonfunctie behouden blijft door de gebruik(st)er van de woning.
10.2.2 Regels woningen

Voor het bouwen van de in lid 10.2.1 sub a genoemde woningen (i.c. hoofdgebouwen) gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de toegestane bouwvorm, de maximale bouw- en goothoogte en de minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens zijn van toepassing zoals in de onderstaande tabel is aangegeven:
    Ter plaatse van de aanduiding:   Toegestane bouwvorm:   Bouwhoogte (max. m.):   Goothoogte (max. m.):   Afstand tot de zijdelingse perceelsgrens (zie ook artikel 10.2.2 sub c) (min. m.):  
    bouwaanduiding [vrij]   vrijstaand   11   6   3  
    bouwaanduiding [tae]   twee-aaneen   11   6   3  
    bouwaanduiding [aeg]   aaneengebouwd   11   6   2 / 0  
    bouwaanduiding [gs]   gestapeld   zie artikel 10.2.2 sub d   -   -  
  • c. het bepaalde onder b met betrekking tot de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is niet van toepassing, indien het betreft een gemeenschappelijke perceelsgrens tussen woningen die aan elkaar mogen worden gebouwd of een zijdelingse perceelsgrens die samenvalt met de bouwgrens;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte" is aangegeven;
  • e. bij vrijstaande en twee-aaneengebouwde woningen dient een vanaf de openbare weg bereikbaar gedeelte van het perceel ruimte te bieden voor het al dan niet overdekt stallen van ten minste een auto;
  • f. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" is aangegeven.
10.2.3 Bijgebouwen

Voor het bouwen van de in lid 10.2.1 sub b genoemde bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van alle bijgebouwen mag per perceel niet meer bedragen dan 75 m2, waarvan maximaal 12 m2 als hobbyruimte mag worden gebruikt, met dien verstande dat het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan 60% van de oppervlakte van het perceel verminderd met de oppervlakte van het bouwvlak op dat perceel;
  • b. het aantal vrijstaande bijgebouwen mag per perceel niet meer bedragen dan 2;
  • c. bijgebouwen dienen tenminste 1 meter achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd;
  • d. de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • e. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • f. indien het een aangebouwd bijgebouw aan een hoofdgebouw betreft is het gestelde in sub e niet van toepassing en mag de goothoogte niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,30 m.
10.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 10.2.1 sub c genoemde overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde voorgevel(s) c.q. het verlengde daarvan mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde voorgevel(s) c.q. het verlengde daarvan mag niet meer bedragen dan 2 m mits deze op minimaal 1 m achter de naar de weg gekeerde voorgevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat voor pergola's de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,50 m en de bouwhoogte voor beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen niet meer mag bedragen dan 4 m.
10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen en de plaatsing van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met de bestemming "Wonen" wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. een gebruik van gronden en bouwwerken voor (detail)handel.